123430.fb2 Hoeksteen van de Foundation - читать онлайн бесплатно полную версию книги . Страница 20

Hoeksteen van de Foundation - читать онлайн бесплатно полную версию книги . Страница 20

XIXBESLISSING

81

Ietwat kribbig zei Janov Pelorat: ‘Werkelijk, Golan, niemand schijnt rekening te houden met het feit dat dit voor het eerst in een tamelijk lang leven is — ook weer niet zo vreselijk lang, Blits, geloof me — dat ik door de Melkweg reis. En iedere keer als ik op een planeet geland ben moet ik weer weg voordat ik een kans heb gehad de dingen eens goed te bekijken. Dit is nu al de tweede keer!’

‘Ja,’ zei Blits, ‘maar als je die eerste planeet niet zo overhaast had verlaten zou het wie-weet-hoe-lang hebben geduurd voordat je mij ontmoette. De eerste keer is daarmee dus dubbel en dwars gecompenseerd.’

‘Dat is zo, eerlijk, mijn lieve, dat is zo.’

‘En deze keer, Pel, zul je dan wel van de planeet afzijn, maar je hebt mij — en ik ben Gaia, een stukje ervan, en tegelijk het geheel.’

‘Dat ben je zeker, en ik zou beslist geen ander stukje willen hebben.’

Trevize had met een frons in zijn voorhoofd naar de woordenwisseling geluisterd en zei nu: ‘Dit is walgelijk. Waarom is Dom niet met ons meegegaan ? Alle Ruimte, ik zal nooit wennen aan die éénlettergrepige namen. Tweehonderd vijftig lettergrepen in een naam en we gebruiken er maar éen van! Waarom is hij niet gekomen met al zijn tweehonderdvijftig lettergrepen? Als dit allemaal zo belangrijk is, als het bestaan van heel Gaia ervan afhangt, waarom is hij dan niet meegekomen om ons te leiden?’

Ik ben hier, Trev,’ zei Blits, ‘en ik ben evenzeer Gaia als hij is.’ En met een snelle zijdelingse, opwaartse blik vanuit haar ogen: ‘Heb je er dan een hekel aan dat ik je “Trev” noem?’

‘Inderdaad. Ik heb evenveel recht op mijn gewoonten als jij op de jouwe. Mijn naam is Trevize. Drie lettergrepen: Tre-vi-ze.’

‘Met plezier. Ik wil je niet boos maken, Trevize.’

‘Ik ben niet boos. Ik erger me.’ Hij ging plotseling staan en liep van de ene kant van de kamer naar de andere. Hij stapte daarbij over de uitgestrekte benen van Pelorat (die ze schielijk introk) en liep vervolgens weer terug. Hij bleef staan, draaide zich om en keek Blits aan.

Hij wees naar haar met zijn vinger. ‘Kijk! Ik ben niet meer mijn eigen baas. Ik ben van Terminus naar Gaia gemanipuleerd, en zelfs toen ik dat dóór begon te krijgen, kon ik er geen einde aan maken. En als ik dan eindelijk op Gaia ben terechtgekomen wordt me verteld dat mijn komst uitsluitend als doel had Gaia te redden. Waarom? Hoe? Wat hebben Gaia en ik met elkaar te maken? Hoezo moet ik haar redden? Is er niemand anders onder de triljarden bewoners van de Melkweg die dat klusje kan opknappen?’

‘Alsjeblieft, Trevize,’ zei Blits. Plotseling hing er een terneergeslagen sfeer om haar heen. Haar jongensachtige vrolijkheid was verdwenen. ‘Wees niet boos. Zie je, ik gebruik je naam correct en ik ben ernstig. Dom heeft je gevraagd geduldig te zijn.’

‘Bij Elke Planeet Van De Melkweg, bewoonbaar of niet, ik wil niet geduldig zijn! Als ik dan zo belangrijk ben heb ik toch minstens wel recht op een verklaring! Om te beginnen vraag ik je opnieuw waarom Dom niet met ons is meegekomen. Is het voor hem niet belangrijk genoeg om hier in de Verre Ster bij ons te zijn?’

‘Hij is hier, Trevize,’ zei Blits. ‘Omdat ik hier ben, is hij ook hier, en is iedereen van Gaia hier — ieder levend wezen en elk zandkorreltje van de planeet.’

Jij bent ervan overtuigd dat dat het geval is, maar ik kan niet denken op die manier. Ik ben geen Gaiaan. We kunnen niet de hele planeet meeslepen in mijn schip, er kan maar éen persoon mee. Wij hebben jou, en Dom is een deel van jou. Uitstekend. Maar waarom hebben we niet Dom genomen, en jou een deel van hem laten zijn?’

‘Onder andere,’ zei Blits, ‘omdat Pel, ik bedoel Pel-o-rat, gevraagd heeft of ik met jou aan boord wilde komen. Ik, niet Dom.’

‘Pure hoffelijkheid. Dat moet je toch niet serieus nemen!’

‘Nou, hoor eens, mijn beste,’ zei Pelorat, die met rood aanlopend gezicht opsprong, ‘Ik was wel degelijk serieus. Zo gemakkelijk kom je niet van me af. Ik accepteer het feit dat het niet van belang is welk deel van het Gaiaanse geheel aan boord is, en voor mij is het plezieriger Blits hier bij ons te hebben dan Dom, en dat zou voor jou ook moeten gelden. Kom, Golan, nu doe je kinderachtig.’

‘O ja ? O ja ?’ zei Trevize met een gezicht als een donderwolk. ‘Goed dan. Ik ben kinderachtig. Maar niettemin’ (hij wees weer naar Blits) ‘zeg ik dit: ik weet niet wat ik geacht word te doen, maar ik verzeker je dat ik het niet zal doen als ik niet word behandeld als een menselijk wezen. Twee vragen om mee te beginnen. Wat word ik verondersteld te doen? En waarom ik?’

Blits deinsde achteruit met opengesperde ogen. ‘Alsjeblieft, ik kan je dat nu nog niet vertellen,’ zei ze. ‘Niemand op Gaia kan je dat vertellen. Om te beginnen moet je naar de plek komen zonder vooraf iets te weten. Je moet het allemaal ter plaatse uitvinden. En dan moet je doen wat je moet doen — maar op een kalme, onbewogen manier. Als je blijft zoals je nu bent zal er niets van terechtkomen en dan is het einde van Gaia hoe dan ook genaderd. Jij moet je gevoelens in dit opzicht veranderen en ik weet niet hoe ik ze moet veranderen.’

‘Zou Dom dat weten als hij hier was geweest?’ vroeg Trevize onbarmhartig.

‘Dom is hier,’ zei Blits. ‘Hij/ik/wij weten niet hoe wij jou moeten veranderen of kalmeren. Wij begrijpen een mens niet die zijn plaats in het geheel der dingen niet aanvoelt, die zich geen onderdeel voelt van een groter geheel.’

‘Dat klopt niet,’ zei Trevize. ‘Jullie konden mijn schip vastgrijpen op een afstand van meer dan een miljoen kilometer — en jullie konden ons kalm houden toen wij ons hulpeloos voelden. Wel, kalmeer me dan nu ook maar. Doe maar niet alsof jullie daartoe niet in staat zijn.’

‘Maar wij mogen het niet. Nu niet. Als we je nu op eigen manier aanpasten of veranderden zou je voor ons even weinig waarde hebben als een willekeurig ander mens uit de Melkweg en konden we je niet gebruiken. Wij kunnen jou alleen gebruiken omdat jij jij bent en dat moet je dus blijven. Als we jou op dit ogenblik op welke manier dan ook aantasten, zijn wij verloren. Alsjeblieft. Je moet kalmeren uit eigen, vrije wil.’

‘Geen sprake van, juffrouw, tenzij je me iets meer vertelt over de dingen die ik wil weten.’

‘Blits, laat mij het eens proberen,’ zei Pelorat. ‘Ga alsjeblieft naar de andere kamer.’

Blits verliet de kamer, langzaam achterwaarts lopend. Pelorat deed de tussendeur achter haar dicht.

‘Zij kan alles horen en zien… voelen,’ zei Trevize. ‘Wat maakt het uit?’

‘Het maakt mij iets uit,’ zei Pelorat. ‘Ik wil met jou alleen zijn, ook al is die afzondering maar een illusie. Golan, jij bent bang.’

‘Wees geen dwaas!’

‘Natuurlijk ben je bang. Je weet niet waar je heengaat, wat je te wachten staat, wat je moet doen. Je hebt het recht bang te zijn.’

‘Maar ik ben niet bang!’

‘Jawel, dat ben je wel. Misschien ben je niet bang voor fysiek gevaar, zoals ik dat ben. Ik ben bang geweest om mij in de ruimte te wagen, bang voor elke nieuwe planeet die ik zag, bang voor alle onbekende dingen die ik tegenkwam. Tenslotte heb ik een halve eeuw lang een afgeschermd, teruggetrokken en beperkt leven geleid, terwijl jij in de Marine hebt gezeten en in de politiek, en in het volle en jachtige leven thuis en in de ruimte. Toch heb ik geprobeerd niet bang te zijn en jij hebt mij daarbij geholpen. In de tijd die we samen hebben doorgebracht heb je veel geduld met mij gehad, je bent vriendelijk en vol begrip geweest, en dankzij jou ben ik erin geslaagd mijn angsten te overwinnen en me goed te gedragen. Laat mij nu die gunst retourneren door jou te helpen.’

‘Ik zeg je immers dat ik niet bang ben!’

‘Natuurlijk ben je dat wel. Al was het alleen maar wegens de verantwoordelijkheid die je zult dragen. Kennelijk hangt het lot van een hele planeet van jou af. Als je faalt zul je moeten leren leven met het besef een hele wereld vernietigd te hebben. Waarom zou je die mogelijkheid onder ogen moeten zien als het gaat om een wereld die niets voor jou betekent? Welk recht hebben zij jou deze last op te leggen ? Jij bent niet alleen bang dat je zult falen, zoals ieder ander in jouw plaats dat ook zou zijn, maar je bent ook woedend omdat zij jou in een positie hebben gebracht waarin je bang moet zijn.’

‘Je ziet het helemaal verkeerd.’

‘Dat geloof ik niet. Laat mij daarom jouw plaats innemen. Ik zal het doen. Wat ze ook van je verlangen, ik zal optreden als je plaatsvervanger. Ik neem aan dat het niet iets zal zijn wat grote fysieke kracht vereist of bovenmatige vitaliteit, want in dat geval hadden ze net zo goed een of ander simpel technisch apparaat kunnen nemen. Ik neem ook aan dat het niet iets is waarbij geestvaardigheid nodig is, want daarover beschikken zijzelf in ruim voldoende mate. Het zal iets zijn dat… Wel, ik weet het niet, maar als je die twee overbodige eigenschappen even weg denkt, beschik ik zo’n beetje over dezelfde kwaliteiten als jij, en ik ben bereid de verantwoordelijkheid te nemen.’

‘Waarom ben je zo graag bereid die last op je te nemen?’ vroegTrevize op scherpe toon.

Pelorat keek naar de grond, alsof hij bang was de ander recht in de ogen te zien. ‘Ik heb een vrouw gehad, Golan,’ zei hij. ‘Ik heb ook andere vrouwen gekend. Toch zijn ze voor mij nooit erg belangrijk geweest. Boeiend. Aangenaam. Maar nooit erg belangrijk. Maar deze…’

‘Wie? Blits?’

‘Zij is in zekere zin… anders… voor mij.’

‘Bij Terminus, Janov, zij hoort elk woord wat je zegt!’

‘Dat maakt niet uit. Zij weet het toch al. Ik wil haar een genoegen doen. Ik wil die taak op mij nemen, wat het ook voor een taak is. Ik wil elk risico lopen, elke verantwoordelijkheid dragen, als mij dat een klein kansje geeft dat zij… me welgezind zal zijn.’

‘Janov, ze is nog een kind.’

‘Zij is geen kind. En wat jij van haar denkt maakt mij niets uit.’

‘Begrijp je niet hoe zij je moet zien?’

‘Als een oude man? Wat geeft dat? Zij is deel van een groter geheel en ik ben dat niet. Alleen dat werpt al een onneembare muur tussen ons op. Maar ik vraag dan ook niets anders van haar dan dat ze…’

‘Je welgezind zal zijn?’

‘Ja. Of welke andere gevoelens zij ook voor mij over wil hebben.’

‘En om die reden wil je mijn taak overnemen? Janov, je hebt niet goed geluisterd. Zij willen jou niet hebben. Om de een of andere onbegrijpelijke, bezopen reden willen ze mij!’

‘Als ze jou niet kunnen hebben en er toch iemand beschikbaar moet zijn, zal ik beslist beter zijn dan helemaal niemand.’

Trevize schudde zijn hoofd. ‘Ik kan mijn oren niet geloven. Je leeftijd is je in je bol geslagen en je hebt de jeugd weer ontdekt. Janov, je probeert de held uit te hangen, want je wilt sterven voor haar lichaam.’

‘Zeg dat niet, Golan. Dit onderwerp leent zich niet voor humor.’

Trevize wilde gaan lachen, maar toen hij Pelorats ernstige gezicht zag, schraapte hij in plaats daarvan zijn keel. ‘Je hebt gelijk,’ zei hij. ‘Neem me niet kwalijk. Roep haar binnen, Janov. Roep haar binnen.’

Blits kwam binnen. Zij leek een beetje kleiner geworden. Met een zacht stemmetje zei ze: ‘Het spijt me, Pel. Jij kunt geen vervanger zijn. Het moet Trevize zijn of niemand.’

‘Goed dan,’ zei Trevize. ik zal rustig zijn. Wat het ook moge zijn, ik zal proberen het te doen. Alles wat nodig is om Janov ervan te weerhouden op zijn leeftijd nog de romantische held te spelen.’

‘Ik ken mijn leeftijd,’ mompelde Pelorat.

Blits liep langzaam naar hem toe en legde haar hand op zijn schouder. ‘Pel, ik… ben je erg welgezind.’

Pelorat keek een andere kant op. ‘Het is wel in orde, Blits. Je hoeft niet zo aardig voor mij te zijn.’

‘Ik ben niet aardig, Pel. ik ben je zeer welgezind.’

82

Eerst vaag, maar steeds duidelijker besefte Sura Novi dat zij Suranoviremblastiran was en dat zij als kind ‘Su’ was geweest voor haar ouders en ‘Vi’ voor haar vrienden.

Zij was dat natuurlijk niet echt vergeten, maar die kennis zat nogal diep in haar binnenste begraven. Nooit eerder zo diep als in de afgelopen maand, want nog nooit was zij zo lang zo dicht bij een zo’n sterke geest in de buurt geweest.

Maar nu was de tijd daar. Zij wilde het niet eigener beweging. Dat was niet nodig. Heel de rest van haar wezen duwde haar deel van zichzelf naar het oppervlak toe, ter wille van de behoeften van het geheel.

Dat ging gepaard met een zeker gevoel van onbehagen, een soort jeuk, maar daar kwam al gauw de troost van de ware eigenheid voor in de plaats. In vele jaren was zij niet zo dicht bij de planeet Gaia geweest.

Zij herinnerde zich een van de levensvormen waar zij als kind op Gaia verzot op was geweest. Zij had de gevoelens daarvan toen vaag herkend als een deel van zichzelf en nu herkende zij ze in alle helderheid bij haarzelf. Zij was een vlinder die zich ontpopte uit haar cocon.

83

Stor Gendibal staarde Novi gespannen en doordringend aan. Hij was zo verrast dat het maar een haartje scheelde of hij was zijn greep op Burgemeester Branno kwijtgeraakt. Dat dit niet gebeurde was wellicht te danken aan een plotselinge steun van buitenaf — die hij voor het moment overigens negeerde.

‘Wat weet jij van Raadsheer Trevize, Novi?’ vroeg hij. En vervolgens, in kille verwarring bij de plotselinge en steeds toenemende ingewikkeldheid van haar geest, riep hij uit: ‘Wat ben jij?’

Hij probeerde haar geest gevangen te houden, maar ontdekte dat deze ondoordringbaar was geworden. Op dat moment beseft hij pas echt dat zijn greep op Branno werd gesteund door een greep die sterker was dan de zijne. ’Wat ben je?’ herhaalde hij.

Novi’s gezicht vertoonde een spoor van tragiek. ‘Meester,’ zei ze, ‘Spreker Gendibal, mijn ware naam is Suranoviremblastiran en ik ben Gaia.’

Dat was alles wat zij met woorden uitdrukte, maar Gendibal had in een plotselinge woede zijn eigen geestvaardigheid verhoogd. Hij maakte zijn geest los van de ondersteunende kracht en hield, geholpen door zijn verhoogde adrenalinepeil, Branno in zijn eentje in de greep, krachtiger dan voorheen, terwijl hij tevens een hevige, stille worsteling voerde met de geest van Novi.

Met gelijke vaardigheid hield zij hem op afstand, maar zij kon haar geest niet voor hem gesloten houden of misschien wilde zij dat niet.

Hij sprak haar aan op de manier waarop hij een collega-Spreker zou aanspreken. ‘Jij hebt een spelletje gespeeld, mij bedrogen, mij hierheen gelokt, en jij bent er een van het soort waartoe ook het Muildier behoorde.’

‘Het Muildier was een afvallige, Spreker. Ik/wij zijn geen Muildieren. Wij/ik zijn Gaia.’

De gehele essentie van Gaia werd overgebracht in de complexe totaalsom van haar communicatie — op een vollediger wijze dan met enkel woorden mogelijk zou zijn geweest.

‘Een als geheel levende planeet,’ zei Gendibal.

‘En met een geestesveld dat als geheel groter is dan dat van u als individu. Alsjeblieft, verzet u niet tegen die kracht. Ik vrees het gevaar u kwaad te doen, want dat wil ik niet.’

‘Zelfs als totale planeet zijn jullie niet sterker dan de som van mijn collega’s op Trantor. Ook wij zijn in zekere zin een als geheel bestaande planeet.’

‘Het zijn maar een paar duizend mensen die hun geestvaardigheid bundelen. U kunt niet rekenen op hun steun, Spreker, want die heb ik geblokkeerd. Controleer het maar, dan kunt u het zelf vaststellen.’

‘Wat zijn je voornemens, Gaia?’

‘Ik zou graag willen dat u mij Novi noemt, Spreker. Wat ik nu doe, doe ik als Gaia. Maar tevens ben ik Novi, en met betrekking tot u ben ik alleen maar Novi.’

‘Wat zijn je voornemens, Gaia?’

Er was een trillend geestvaardigheidsequivalent van een zucht en Novi zei: ‘We zullen in een drievoudige patstelling blijven. U zult Burgemeester Branno ondanks haar scherm in de greep houden, en ik zal u daarbij helpen, en wij zullen niet moe worden. U zult uw greep op mij handhaven, naar ik aanneem, en ik de mijne op u. Ook wij zullen allebei niet moe worden. En zo blijft het dus.’

‘En met welk doel?’

‘Dat heb ik u al gezegd. We wachten op Raadsheer Trevize van Terminus. Hij zal de patstelling doorbreken als hij dat wil.’

84

De computer aan boord van de Verre Ster spoorde de twee schepen op en Golan Trevize liet ze beide verschijnen op het nu in twee helften verdeelde scherm.

‘Het waren allebei schepen van de Foundation. Het ene leek als twee druppels water op de Verre Ster en was ongetwijfeld Compors schip. Het andere was groter en zag er aanzienlijk geduchter uit.

Hij wendde zich tot Blits en zei: ‘Nou, weet jij wat hier allemaal aan de hand is? Is er nu iets wat je mij kunt vertellen?’

‘Ja. Maak je maar niet ongerust. Ze zullen je geen kwaad doen.’

‘Waarom is iedereen er toch van overtuigd dat ik continu zit te trillen van paniek?’ vroeg Trevize geprikkeld.

‘Laat haar praten, Golan,’ zei Pelorat haastig. ‘Kat haar niet af.’

Trevize stak zijn armen op in een ongeduldig gebaar van overgave, ik zal niet meer katten. Spreek, dame.’

Blits zei: ‘In het grote schip bevindt zich het hoofd van uw Foundation. Met haar…’

‘Het hoofd ?’ riep Trevize verbijsterd uit. ‘Je bedoelt onze Oude Dame Branno?’

‘Dat is vast haar titel niet,’ zei Blits met een begin van een glimlach om haar lippen. ‘Maar het is een vrouw, dat klopt.’ Zij zweeg even alsof zij aandachtig moest luisteren naar de resterende delen van het organisme waarvan zij een deeltje uitmaakte. ‘Haar naam is Harlabranno. Het lijkt merkwaardig als je maar vier lettergrepen hebt en toch zo belangrijk bent in je eigen wereld, maar ik neem aan dat de planeten buiten Gaia hun eigen gewoonten hebben.’

‘Dat neem ik ook aan,’ zei Trevize nuchter. ‘Jij zou haar Brann noemen, denk ik. Waarom is zij hier? Waarom is zij niet thuis op… O, ik begrijp het. Gaia heeft ook haar hierheen gelokt. Waarom?’

Blits beantwoordde die vraag niet. ‘Bij haar is Lionokodell, vijf lettergrepen; hij is ondergeschikt aan haar,’ zei ze. ‘Dat komt mij voor als gebrek aan respect. Hij is een belangrijke ambtenaar op jouw wereld. Er zijn nog vier anderen die de scheepswapenen bedienen. Wil je hun namen weten?’

‘Nee. Ik neem aan dat er in het andere schip éen man is, Munn Li Compor, en dat hij de Tweede Foundation vertegenwoordigt. Kennelijk hebben jullie de twee Foundations bijeengebracht. Waarom?’

‘Zo is het niet precies, Trev… ik bedoel, Trevize…’

‘Ga je gang maar, noem me Trev. Dat kan me geen lor schelen.’

‘Niet precies zo, Trev. Compor heeft dat schip verlaten en zijn plaats is ingenomen door twee mensen. De ene is Storgendibal, een belangrijke functionaris van de Tweede Foundation. Hij wordt een Spreker genoemd.’

‘Een belangrijke functionaris? Hij beschikt zeker over geestvaardigheid, naar ik aanneem?’

‘O ja, zeer veel.’

‘Zijn jullie in staat hem in toom te houden?’

‘Zeker. De tweede persoon bij hem aan boord is Gaia.’

‘Een van jullie mensen?’

‘Ja. Haar naam is Suranoviremblastiran. De naam zou veel langer moeten zijn, maar zij is zo lang van mij/ons weg geweest.’

‘Is zij in staat een hoge functionaris van de Tweede Foundation in het gareel te houden?’

‘Niet zij, maar Gaia houdt hem in het gareel. Zij/ik/wij/allen zijn in staat hem te verpletteren.’

‘En gaat zij dat doen? Gaat zij hem en Branno vernietigen? Wat heeft dit te betekenen? Gaat Gaia de Foundations verwoesten en een eigen Galactisch Imperium stichten? Een nieuw Muildier? Een groter Muildier…’

‘Nee, nee, Trev. Wind je niet op. Dat moet je niet doen. We zijn alle drie in een patstelling. We wachten.’

‘Waarop?’

‘Op jouw beslissing.’

‘Daar gaan we weer. Welke beslissing? Waarom ik?’

‘Alsjeblieft, Trev,’ zei Blits. ‘Het zal spoedig worden uitgelegd. Ik/ wij/zij hebben zoveel gezegd als ik/wij/zij nu kunnen.’

85

Branno zei vermoeid: ‘Het is duidelijk, Liono, dat ik een vergissing heb gemaakt, en misschien een fatale.’

‘Moet dat worden toegegeven?’ mompelde Kodell van achter lippen die zich niet bewogen.

‘Zij weten wat ik denk. Het kan geen kwaad het dan ook maar uit te spreken. En jouw gedachten kennen ze eveneens, ook al beweeg jij je lippen nog zo weinig. Ik had moeten wachten tot ons scherm beter was.’

‘Hoe had u dat kunnen weten, Burgemeester?’ zei Kodell. ‘Als we hadden gewacht tot we dubbel en dwars, honderd procent, waterdicht zeker waren geweest, zouden we eeuwig hebben moeten wachten. Zeker, ik zou zelf ook wel willen dat we niet hierheen waren gekomen. Het zou beter zijn geweest de experimenten te laten uitvoeren door iemand anders, bijvoorbeeld uw bliksemafleider, Trevize.’

Branno zuchtte, ik wilde hen geen waarschuwing geven, Liono. Toch wijs je hiermee de kern van mijn vergissingen aan. Ik had misschien moeten wachten tot ons scherm redelijk ondoordringbaar was. Niet volmaakt ondoordringbaar, maar redelijk. Ik wist wel dat er nu nog aanzienlijke lekkages waren, maar ik kon het niet verdragen nog langer te moeten wachten. Om die lekkages te verhelpen zou meer tijd nodig zijn geweest dan mijn ambtsperiode toestond. Ik wilde dat het zou worden gedaan tijdens mijn periode, en ik wilde persoonlijk ter plekke zijn. Daarom heb ik mijzelf, dwaas die ik ben, wijsgemaakt dat het scherm toereikend was. Ik wilde van geen voorzichtigheid horen. Zo heb ik ook jouw twijfels genegeerd.’

‘We kunnen nog steeds winnen als we geduld hebben.’

‘Kun jij bevel geven op het andere schip te schieten?’

‘Nee, dat kan ik niet, Burgemeester. Die gedachte is voor mij op de een of andere manier onverdraaglijk.’

‘Ook voor mij. En als jij of ik er in zouden slagen dat bevel te geven, weet ik zeker dat de bemanning het niet zou uitvoeren — dat zij daartoe niet in staat zou zijn.’

‘Niet onder de huidige omstandigheden, Burgemeester, maar die omstandigheden kunnen veranderen. Kijk eens: er verschijnt een nieuwe acteur op het toneel.’

Hij wees naar het scherm. De scheepscomputer had het scherm onmiddellijk in twee helften gesplitst toen het nieuwe schip binnen bereik kwam. Het tweede schip was nu te zien op de rechterhelft van het scherm.

‘Kun je dat beeld vergroten, Liono?’

‘Geen probleem. Die Tweede Foundationist is heel bekwaam. We mogen vrijelijk alles doen waar hij geen last van heeft.’

‘Wel,’ zei Branno, na het scherm bestudeerd te hebben, ‘dat is de Verre Ster, zo te zien. Ik mag aannemen dat Trevize en Pelorat aan boord zijn.’ En bitter: ‘Tenzij ook zij vervangen zijn door Tweede Foundationisten. Mijn bliksemafleider is werkelijk uiterst doeltreffend geweest. Was alleen ons scherm maar wat deugdelijker geweest!’

‘Geduld!’ zei Kodell.

De bestuurdersruimte van het schip werd plotseling gevuld met de klank van een stem. Branno kon op de een of andere manier aanvoelen dat deze niet uit normale klankgolven bestond. Zij hoorde de stem direct in haar geest en een korte blik op Kodell was voldoende om haar duidelijk te maken dat ook hij de stem hoorde.

‘Kunt u mij verstaan, Burgemeester Branno?’ vroeg de stem. ‘Als dat zo is, behoeft u dat niet hardop te zeggen. Uw gedachte zal voldoende zijn.’

‘Wat bent u?’ vroeg Branno kalm.

‘Ik ben Gaia.’

86

De drie schepen waren volledig bewegingloos ten opzichte van elkaar. Alle drie draaiden zij langzaam rond de planeet Gaia, als een verre, driedelige satelliet van de planeet. En alle drie begeleiden zij Gaia op haar eindeloze tocht rond de zon.

Trevize zat naar het scherm te kijken. Hij was het raden naar zijn mogelijke rol moe — de rol waarvoor ze hem meer dan duizend parsecs hadden laten reizen.

De klank in zijn geest verraste hem niet. Het leek wel alsof hij er op had zitten wachtten.

‘Kunt u me verstaan, Golan Trevize?’ zei de stem. ‘Als dat zo is, behoeft u het niet hardop te zeggen. Uw gedachte zal voldoende zijn.’

Trevize keek om zich heen. Pelorat was kennelijk stomverbaasd en keek alle kanten uit om de bron te vinden. Blits bleef rustig zitten, haar handen gevouwen op haar schoot. Trevize twijfelde geen moment dat ook zij de stem vernam.

Hij negeerde het bevel zich te beperken tot gedachten en zei met opzettelijk sterk gearticuleerde klanken: ‘Als ik niet te horen krijg wat hier allemaal aan de hand is, zal ik niets doen van wat mij gevraagd wordt.’

‘U zult het zo meteen weten,’ zei de stem.

87

Novi zei: ‘U zult mij allemaal in uw geest horen. Het staat u allen vrij mij in gedachten te antwoorden. Ik zal het zo regelen dat u elkaar allemaal kunt verstaan. Zoals u allen weet bevinden wij ons dicht genoeg bij elkaar om bij de normale snelheid van geestvelden, de snelheid van het licht, geen last te hebben van hinderlijke tijdsintervals. Om te beginnen: onze bijeenkomst hier is garrangeerd.’

‘Op welke manier?’ klonk Branno’s stem.

‘Niet door aantasting van de geest,’ zei Novi. ‘Gaia heeft zich niet rechtstreeks met uw geesten bemoeid. Dat is niet onze stijl. Wij hebben alleen gebruik gemaakt van uw ambities. Burgemeester Branno wilde onmiddellijk een Tweede Imperium stichten. Spreker Gendibal wilde Eerste Spreker worden. Het was voor ons voldoende deze begeerten aan te wakkeren en om daarna voorzichtig en weloverwogen mee te deinen op hun golven.’

‘Het is mij bekend hoe ik hierheen ben gemanipuleerd,’ zei Gendibal stijfjes. Hij wist het maar al te goed. Hij wist waarom hij zo begerig was geweest zich in de ruimte te begeven, zo begerig Trevize na te zetten en hij wist hoe overtuigd hij was geweest van zijn eigen kunnen. Geen probleem! Het kwam allemaal door Novi. O, Novi!

‘U was een bijzonder geval, Spreker Gendibal. Uw ambitie was krachtig, maar u had gevoeligheden die kwetsbare plekken veroorzaakten. U was een persoon die aardig zou zijn tegenover iemand waarvan u in uw hele opleiding had geleerd dat zij in alle opzichten uw mindere was. Ik buitte dat voordeel uit en gebruikte het tegen u. Ik/ wij ben/zijn daarover beschaamd. Het excuus is dat de toekomst van de Melkweg op het spel staat.’

Novi zweeg even en daarna werd haar stem (hoewel zij geen gebruik maakte van haar eigen stembanden) somberder, evenals haar gezicht.

‘De tijd was aangebroken. Gaia kon niet langer meer wachten. Meer dan een eeuw lang waren de mensen van Terminus bezig geweest met het ontwikkelen van een geestscherm. Als zij nog een generatie hun gang hadden kunnen gaan zouden zij zelfs voor Gaia onbereikbaar zijn geworden en daarna zouden zij hun fysieke wapens onbelemmerd hebben kunnen gebruiken. De Melkweg zou niet in staat zijn geweest hen te weerstaan en er zou terstond een Tweede Galactisch Imperium zijn gesticht, naar het model van Terminus — ondanks het Plan van Seldon, ondanks de mensen van Trantor, ondanks Gaia. Burgemeester Branno moest er op de een of andere manier toe verleid worden in actie te komen nog voordat het scherm geperfectioneerd was.

Verder was daar Trantor. Het Seldon plan verliep ongestoord, want Gaia zelf deed haar best de gebeurtenissen in de juiste banen te leiden. Gedurende meer dan een eeuw waren er passieve Eerste Sprekers geweest, zodat Trantor in een sluimerend bestaan was verzand. Maar nu maakte Stor Gendibal een steile carrière. Hij zou zeker Eerste Spreker worden en onder zijn leiding zou Trantor een actieve rol gaan spelen. Trantor zou zich beslist gaan toeleggen op fysieke macht; hij zou het gevaar van de kant van Terminus doorzien en er maatregelen tegen nemen. Als hij tegen Terminus kon optreden voordat het scherm geperfectioneerd was, zou het Plan van Seldon verder worden gevolgd tot het ontstaan van een Tweede Galactisch Imperium, nu naar het model van Trantor — ondanks de mensen van Terminus, en ondanks Gaia. Derhalve moest Gendibal er op de een of andere manier toe gebracht worden in actie te komen nog voordat hij Eerste Spreker werd.

Omdat Gaia tientallen jaren zorgvuldig voorbereidingen heeft getroffen, hebben wij de twee Foundations op het juiste ogenblik op de juiste plaats bijeengebracht. Ik herhaal dit alles vooral met de bedoeling dat Raadsheer Golan Trevize van Terminus het goed begrijpt.’

Trevize onderbrak de stem meteen en negeerde wederom de mogelijkheid de communicatie te beperken tot gedachten. Op vastberaden toon zei hij: ‘Ik begrijp het niet. Wat is er verkeerd aan die twee versies van een Galactisch Imperium?’

Novi zei: ‘Het Tweede Galactisch Imperium volgens het model van Terminus zal een militair keizerrijk zijn, gebaseerd op strijd, gehandhaafd door strijd, en tenslotte vernietigd door strijd. Het zal niets méér zijn dan een herboren Eerste Imperium. Dat is de mening van Gaia.

Het Tweede Galactisch Imperium volgens het model van Trantor zal een bevoogdend Keizerrijk zijn, gebaseerd op berekening, gehandhaafd door berekening, en in eindeloze doodsheid levend door berekening. Het zal een doodlopende weg zijn. Dat is de mening van Gaia.’

‘En wat heeft Gaia als alternatief aan te bieden?’ vroeg Trevize.

‘Een groter Gaia! Galaxia! Elke bewoonde planeet op dezelfde wijze levend als Gaia is. Elke levende planeet vervolgens verbonden met elkaar in een gemeenschappelijk leven over de grenzen van de hyper-ruimte heen! En ook elke onbewoonde planeet zal vervolgens deelnemen. Elke ster. Elk vleugje interstellair gas. Uiteindelijk misschien zelfs het grote zwarte gat in de kern! Een levende Melkweg, een Melkweg die een aangenaam oord kan worden voor elke levensvorm, ook de vormen die we nog niet kennen. Een manier van leven die fundamenteel verschilt van alles wat we tot nu toe hebben gekend, en die in geen van de oude fouten zal vervallen.’

‘Maar nieuwe fouten zal bedenken,’ mompelde Gendibal sarcastisch.

‘We hebben ze als Gaia in duizenden jaren afdoende bestreden.’

‘Maar niet op de schaal van de Melkweg.’

Trevize negeerde de korte gedachtenwisseling en keerde terug naar zijn uitgangspunt. ‘En wat is mijn rol in dat geheel?’

De stem van Gaia — verklankt via Novi’s geest weerklonk met een donderend geluid: ‘Kies! Welk alternatief moet het zijn?

Hierna volgde een diepe stilte. Na lange tijd klonk eindelijk de stem van Trevize in die stilte nu tenslotte via zijn geest, want hij was te verbouwereerd om zijn mond te gebruiken. De stem klonk zacht, maar nog steeds enigszins uitdagend. ‘Waarom ik?’

Novi sprak. ‘Hoewel wij inzagen dat het moment was gekomen waarop ofwel Terminus ofwel Trantor te sterk werd om nog te worden tegengehouden — of, erger nog, dat beide zo machtig konden worden dat er een dodelijke impasse zou ontstaan die de Melkweg zou ruïneren — konden wij nog niets ondernemen. Voor onze doeleinden hadden we iemand nodig, een speciaal iemand, met een talent voor correctheid. Wij vonden u, Raadsheer. Nee, wij mogen die verdienste niet opeisen. Het volk van Trantor vond u door middel van een man die Compor heet, al wisten zij niet wat zij gevonden hadden. Het feit dat zij u vonden, vestigde onze aandacht op u. Golan Trevize, u bezit het talent om correcte keuzes te maken.’

‘Dat ontken ik,’ zei Trevize.

‘Van tijd tot tijd voelt u een bepaalde zekerheid in u. En wij willen uit naam van de Melkweg dat u deze keer een dergelijke zekerheid voelt. U wilt de verantwoordelijkheid wellicht niet aanvaarden. U zult misschien uw best doen om geen keuze te maken. Niettemin zult u beseffen dat het juist is wel te kiezen. U zult er zeker van zijn. En dan zult u een keuze maken. Toen wij u eenmaal hadden gevonden, wisten wij dat onze speurtocht voorbij was. Jarenlang hebben wij ons daarna ingespannen om een verloop van gebeurtenissen te ensceneren dat ertoe zou leiden — zonder directe inmenging in uw geesten — dat u alle drie, Burgemeester Branno, Spreker Gendibal en Raadsheer Trevize, op hetzelfde ogenblik in de nabijheid van Gaia zou zijn. Daarin zijn wij geslaagd.’

‘Is het niet zo, Gaia, als jullie willen dat ik je zo noem, dat jullie op deze plek in de ruimte, op dit moment zowel de Burgemeester als de Spreker kunnen overweldigen?’ vroeg Trevize. ‘Is het niet zo dat jullie die levende Melkweg, als ik het zo mag uitdrukken, ook kunnen opbouwen zonder dat ik ook maar iets doe? Waarom doen jullie dat dan niet?’

‘Ik weet niet of ik u dat naar volle tevredenheid kan uitleggen,’ zei Novi. ‘Gaia werd duizenden jaren geleden gesticht met behulp van robots die ooit, een korte poos, de menselijke soort gediend hebben, maar die dat nu niet meer doen. Zij hebben ons krachtig ingeprent dat we alleen kunnen overleven door een strikte toepassing van de Drie Wetten van de Robotica op alles wat leeft. In die visie luidt de Eerste Wet: “Gaia mag leven geen schade toebrengen, noch, door passief optreden, toestaan dat leven schade wordt toegebracht.” Wij hebben deze regel tijdens onze gehele geschiedenis gehoorzaamd en we kunnen niet anders.

Het resultaat is dat we nu hulpeloos zijn. Wij kunnen onze visie ten aanzien van een levende Melkweg niet opdringen aan triljarden mensen en ontelbaar veel andere wezens zonder daarbij wellicht talloos velen schade te doen. Ook kunnen we niet werkeloos toezien hoe de Melkweg zichzelf grotendeels vernietigt in een strijd die wij wellicht hadden kunnen voorkomen. Wij weten niet of actie dan wel passiviteit onzerzijds de Melkweg het duurste te staan zal komen. En als wij kiezen voor actie weten wij niet of de keuze voor Trantor dan wel die voor Terminus de Melkweg de minste schade zal berokkenen. Laat daarom Raadsheer Trevize beslissen. Welke beslissing hij ook neemt, Gaia zal er zich aan houden.’

‘Hoe denken jullie dat ik die beslissing kan nemen? Wat moet ik doen?’

‘U hebt uw computer,’ zei Novi. ‘De mensen van Terminus wisten dat niet toen zij hem maakten, maar hij is nog beter dan zij gedacht hadden. De computer aan boord van uw schip heeft een stukje Gaia in zich. Leg uw handen in de grepen en denk na. U zou bijvoorbeeld kunnen bedenken dat het scherm van Burgemeester Branno ondoordringbaar is. Als u dat doet is het mogelijk dat zij haar wapens onmiddellijk zal gebruiken om de twee andere schepen onschadelijk te maken of te vernietigen, en om Gaia en later Trantor met geweld in bezit te nemen.’

‘En dan ondernemen jullie niets om haar tegen te houden?’ vroeg Trevize verbaasd.

‘Helemaal niets. Als u er zeker van bent dat overheersing door Terminus de Melkweg minder schade zal toebrengen dan de andere alternatieven, zullen we die overheersing met genoegen steunen ook al leidt dat tot de vernietiging van onszelf.

Anderzijds kunt u het geestesveld van Spreker Gendibal aantreffen en u kunt dan eventueel uw computer-versterkte kracht bij de zijne voegen. In dat geval zal hij zich ongetwijfeld van mij weten los te rukken en verder geen last meer van mij hebben. Hij kan dan de geest van de Burgemeester manipuleren en in samenspel met haar vloot Gaia fysiek uitschakelen, en vervolgens toezien op een verder weer vlekkeloos verloop van het Seldon Plan.

Gaia zal niet optreden om dat te verhinderen. Maar u kunt ook mijn geestveld aantreffen en u daarbij aansluiten — en dan zal het proces op gang komen dat leidt naar een levende Melkweg, niet tijdens deze generaties of de volgende, maar na eeuwen harde arbeid. In die eeuwen zal het Plan van Seldon voortgang vinden. De keuze is aan u.’

‘Wacht!’ riep Burgemeester Branno. ‘Neem nog niet meteen een beslissing. Mag ik iets zeggen?’

‘U mag vrijelijk spreken/ zei Novi. ‘Dat geldt ook voor Spreker Gendibal.’

‘Raadsheer Trevize,’ zei Branno. ‘De laatste keer dat wij elkaar op Terminus zagen, hebt u gezegd: “Misschien komt er ooit een tijd, mevrouw de Burgemeester, dat u mij iets zult vragen; ik zal wel zien hoe ik dan reageer, maar daarbij zal ik deze laatste twee dagen beslist niet vergeten”. Ik weet niet of u dit toen hebt voorzien, of dat het alleen maar een soort intuïtieve ingeving van u was, dan wel dat het een kenmerkend staaltje was van wat deze vrouw uw talent voor correctheid noemt — deze vrouw die het heeft over een levende Melkweg. In elk geval hebt u gelijk gekregen. Ik vraag u een dienst ter wille van de Federatie.

Ik neem aan dat u wellicht de neiging hebt u op mij te wreken voor het feit dat ik u gearresteerd en verbannen heb. Ik verzoek u daarbij te bedenken dat ik dat heb gedaan in het belang van de Foundation Federatie. Zelfs als ik ongelijk had of zelfs als ik handelde uit vuig eigenbelang, bedenk dat ik het heb gedaan — en niet de Federatie. Vernietig nu niet de gehele Federatie om uw gram te halen voor iets wat ik alleen u heb aangedaan. Bedenk dat u een Foundationist bent en een menselijk wezen, en dat u geen nummer wenst te zijn in de bloedeloze rekensommen van Trantor of nog minder dan een nummer in die Melkwegwijde warboel van leven en niet-leven. U wilt dat uzelf, uw afstammelingen, uw medemensen onafhankelijke organismen zijn die beschikken over een vrije wil. Dat is het enige wat telt.

De anderen kunnen nu wel beweren dat ons Imperium zal leiden tot bloedvergieten en ellende, maar dat hoeft helemaal niet het geval te zijn. Het zal onze vrije keuze zijn of dat gebeurt of niet. We kunnen ook een andere keuze doen. En in elk geval is het beter ten onder te gaan in het bezit van een vrije wil dan in betekenisloze veiligheid voort te bestaan als een tandrad in een machine. U hebt wel gemerkt dat van u nu een beslissing wordt gevraagd in uw kwaliteit van een mens die een vrije wil heeft. Deze dingen van Gaia zijn niet in staat een beslissing te nemen omdat hun constructie dat niet toestaat, en daarom doen zij een beroep op u. En zij zullen zichzelf vernietigen als u hen daarom verzoekt. Is dat het soort Melkweg dat u verlangt?’

‘Ik weet niet zeker of ik over een vrije wil beschik, Burgemeester,’ zei Trevize. ‘Misschien is mijn geest op subtiele manier zodanig aangepast dat ik vanzelf het gewenste antwoord zal geven.’

‘Uw geest is volstrekt onaangeroerd,’ zei Novi. ‘Als wij onszelf ertoe konden brengen uit eigenbelang met uw geest te knoeien, zou deze hele ontmoeting zinloos zijn. Als wij in dat opzicht onze principes niet in ere hielden, zouden wij hebben kunnen voortgaan op de weg die onszelf het aangenaamste is zonder ons druk te maken over de grotere behoeften en bedoelingen van de mensheid als geheel.’

‘Ik geloof dat het mijn beurt is om te spreken,’ zei Gendibal. ‘Raadsheer Trevize, laat u niet leiden door eng chauvinisme. Het feit dat u op Terminus geboren bent moet u niet de overtuiging ingeven dat Terminus belangrijker is dan de Melkweg. Vijf eeuwen lang heeft de Melkweg zich nu geëvolueerd volgens de lijnen van het Seldon Plan. Zowel binnen als buiten de Foundation Federatie heeft dat proces zich voortgezet. U bent, en was, een veel belangrijker onderdeel van het Seldon Plan dan wanneer u slechts een van de gewone Foundationisten zou zijn geweest. Doe niets wat het Plan verstoort, noch uit een bekrompen opvatting van patriottisme, noch uit een romantisch verlangen naar wat nieuw en onbekend is. De Tweede Foundationisten zullen de vrije wil van de mensen op geen enkele manier ontkrachten. Wij zijn gidsen, geen tirannen.

En wij hebben een Tweede Galactisch Imperium te bieden dat fundamenteel verschilt van het Eerste. In de menselijke geschiedenis zijn er in al die tienduizenden jaren van reizen door de hyper-ruimte nog geen tien achtereenvolgende jaren te vinden waarin de gehele Melkweg vrij was van bloedvergieten en moordpartijen, zelfs niet in de perioden dat de Foundation zelf in vrede leefde. Als u kiest voor Burgemeester Branno zal dat in de toekomst eindeloos zo verder gaan. Hetzelfde trieste, oude liedje. Het Plan van Seldon omvat de belofte ons daar eindelijk van te verlossen — niet ten koste van de prijs slechts een atoom te worden in een Melkweg van atomen, en te worden gereduceerd tot het niveau van gras, bacteriën en stof.’

Novi zei: ‘Ik ben het eens met wat Spreker Gendibal zegt over het Tweede Imperium van de Eerste Foundation. Met wat hij zegt over zijn eigen Imperium ben ik het niet eens. De Sprekers van Trantor zijn tenslotte onafhankelijke menselijke wezens met een vrije wil, en zij zijn hetzelfde als zij altijd al zijn geweest. Kennen zij dan geen vernietigende onderlinge concurrentie, politieke intriges voor niets terugdeinzende ambities? Is er niet sprake van twisten en zelfs van haat aan de Tafel van de Sprekers — en zullen zij altijd gidsen zijn die u durft te volgen? Verlang Spreker Gendibals erewoord en stel hem dan die vraag.’

‘Niemand hoeft mijn erewoord te verlangen,’ zei Gendibal. ‘Ik geef vrijwillig toe dat wij aan de Tafel haat, competitie en verraad kennen. Maar als een beslissing eenmaal is genomen, wordt zij door iedereen gerespecteerd. Er heeft nog nooit een uitzondering op die regel plaatsgevonden.’

‘En wat gebeurt er als ik geen keuze wil maken ?’ vroeg Trevize.

‘U moet,’ zei Novi. ‘U zult weten dat het correct is een keuze te maken en derhalve zult u de keuze ook maken.’

‘En als ik probeer te kiezen, maar het niet kan?’

‘U moet.’

‘Hoeveel tijd heb ik?’

‘Tot u er zeker van bent,’ zei Novi, ‘hoeveel tijd dat ook kost.’

Trevize bleef zwijgend zitten.

Ook de anderen zwegen en Trevize had het gevoel dat hij het bloed door zijn aderen hoorde stromen.

Hij hoorde Burgemeester Branno vastberaden roepen: ‘Vrije wil!’

Spreker Gendibals stem zei gebiedend: ‘Begeleiding en vrede!’

Novi zei smachtend: ‘Leven…’

Trevize draaide zich om en zag dat Pelorat hem met intense blik aankeek. ‘Heb je dat allemaal gehoord, Janov?’

‘Ja, Golan, alles.’

‘Wat vind jij ?’

‘De beslissing is niet aan mij.’

‘Dat weet ik. Maar wat vind jij?’

‘Ik weet het niet. Alle drie alternatieven beangstigen mij. En toch komt er een merkwaardige gedachte bij me op…’

‘Ja?’

‘Toen we voor het eerst de ruimte ingingen heb je mij de Melkweg laten zien. Weet je nog?’

‘Natuurlijk.’

‘Je versnelde de tijd en de Melkweg draaide waarneembaar om zijn as. En toen zei ik, alsof ik dit moment van nu voorzag: “De Melkweg lijkt wel een levend wezen dat voortkruipt door de ruimte”. Denk je niet dat de Melkweg in zekere zin nu al een levend geheel is?’

Trevize herinnerde zich dat ogenblik en had plotseling zijn zekerheid. Hij wist opeens weer dat hij toen het gevoel had gehad dat ook Pelorat een vitale rol te spelen zou hebben. Hij draaide zich gehaast om — hij wenste geen tijd om na te denken, om te twijfelen, om onzeker te worden.

Hij plaatste zijn handen in de grepen en dacht krachtige gedachten met een intensiteit die hij nooit eerder had gekend.

Hij had zijn beslissing genomen — de beslissing die het lot van de Melkweg zou bepalen.