173911.fb2 Kus ze niet vaarwel - читать онлайн бесплатно полную версию книги . Страница 11

Kus ze niet vaarwel - читать онлайн бесплатно полную версию книги . Страница 11

HOOFDSTUK 8EEN MOEILIJK LEVEN, EEN VREDIG AFSCHEID

Een van mijn meest memorabele ervaringen met de andere kant, vond plaats in mei 2000 toen ik in Washington D.C. was voor een conferentie. Ik ging helemaal op in de vele prachtige monumenten en ik genoot van alle bezienswaardigheden. Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in de geschiedenis van de Verenigde Staten en ik wilde vooral het herdenkingsmonument voor Vietnam veteranen bezoeken. En dus gingen Joe en ik daar samen naartoe. We liepen langs de lange, zwarte marmeren muur en namen die in ons op. Na een tijdje gingen we op een bankje zitten dat uitkeek over de Reflecting Pool en ik vertelde Joe wat ik zag. Ik zag twee verschijningen van Amerikaanse soldaten aan de rand van het meer. De ene soldaat zat op zijn hurken, de andere stond rechtop. De geknielde soldaat was het dichtst bij me, niet meer dan zes meter van me vandaan; zijn geweer lag naast hem op de grond.

Ik wees naar de soldaat en begon de plek waar hij zich bevond aan mijn man te beschrijven. En toen keek de soldaat opeens om: hij had door dat ik het over hem had. De geest die op de aarde was gericht kwam naar me toe en zwaaide met zijn hand voor mijn gezicht. Hij was maar een paar centimeter van me verwijderd. Ik sprak hem aan: ‘Ja, ik kan je zien.’

Zodra ik die woorden had gesproken liet de soldaat — die ik Serge zal noemen omdat hij sergeant was — me zien wat hij in Vietnam had meegemaakt. Die ervaring achtervolgde hem nog steeds.

Hij liet me de beelden zien en het leek alsof ik thuis naar een film zat te kijken. Ik zag een rieten hut met een vrouw. Serge zat op een heuveltje achter een boom of een bosje en keek neer op de vrouw. De vrouw hoorde bij de Vietcong. Ze was bezig Amerikaanse soldaten in de val te lokken opdat ze gedood konden worden. Serge moest een granaat in haar hut gooien en een einde maken aan ‘de vijand'.

Serge was een goede soldaat. Hij wilde zijn land helpen de oorlog te winnen en dat hield in dat hij bevelen moest opvolgen. Het doden van de vijand kwam voor hem neer op het redden van zijn vrienden en kameraden, die anders zeker zouden worden gedood. De granaat vloog door de lucht in de richting van de hut, toen Serge het gehuil van een baby hoorde. De baby moest van de Vietcong-vrouw zijn. De hut, de vrouw en de baby werden opgeblazen. Serge had zichzelf niet meer in de hand. Hij was — zoals een goede Amerikaan betaamt ten strijde getrokken, maar kinderen: dat ging hem te ver. Dit was iets wat hij zichzelf nooit zou vergeven. Serge was zo kapot ervan dat hij tijdens een gevecht in de vuurlinie ging staan. Hij kon niet leven met het idee dat hij verantwoordelijk was voor de dood van een onschuldig kind. Hij vond dat zijn leven nu niets meer waard was, dat hij dan nu op z'n minst zijn leven kon geven om een paar van zijn maatjes te redden. Het lukte Serge om te worden neergeschoten.

Mijn gidsen vertelden me dat ik die woorden waarnaar hij zo verlangde, moest uitspreken. Ik keek hem aan, probeerde zelf wat tot rust te komen en zei: ‘Ik vergeef je, we vergeven het je allemaal. We weten dat je die baby niet wilde doden.’

Serges jonge gezicht dat verwrongen was van de pijn, ontspande zich opeens en zijn huid kreeg een gouden gloed. Ik had Serge kunnen geven wat hij zelf niet had kunnen doen: ik had hem vergiffenis geschonken. Serge glimlachte en stapte achteruit. Op dat moment kwamen er wazige figuren tevoorschijn: zijn familie, zijn vrienden en medesoldaten die al lange tijd op hem hadden gewacht om hem ‘mee naar huis te nemen'.

Hoewel Serge soldaat was, was hij ook een gevoelige jonge man met een hoop vragen over goed en kwaad. Ik vertel zijn verhaal hier niet opdat anderen over hem kunnen oordelen: het gaat hier niet om oorlog of het doden van iemand. Ik deel dit verhaal met jullie omdat ik hoop dat het mensen helpt zichzelf hun fouten te vergeven. Weet dat je die smart meeneemt als je sterft. Vergiffenis schenken is niet altijd makkelijk, maar het is zo ontzettend belangrijk. Serge gaf me zijn rang en zijn volledige naam. Mijn man en ik zochten hem op in het boek met slachtoffers dat bij het monument ligt. Daar stond hij in. En voor het geval je je dat afvraagt: hij had geen gewone naam als Smith of Jones. Ik zal zijn naam uit respect voor zijn nog levende familieleden hier echter niet noemen.

Ik vind het belangrijk Serges verhaal te delen met mensen die familie, vrienden of andere dierbaren in een oorlog hebben verloren. Ik wil dat mensen beseffen dat als ze praten met de geesten van overledenen of als ze herdenkingsmonumenten bezoeken, degenen aan de andere kant hun woorden horen.

En veel van de jonge mannen die ten oorlog trokken, dragen een zware last met zich mee. Het is belangrijk dat we inzien dat veel soldaten een hoge prijs hebben betaald voor onze vrijheid en dat ze dat uit liefde voor ons hebben gedaan. Dit was een van mijn meest ongelooflijke ervaringen en ik ben dankbaar dat ik dat moment heb kunnen delen met een heel bijzondere ziel.

Er zijn veel geesten van soldaten bij dat monument in Washington D.C. De meesten zijn daar niet vanuit een schuldgevoel. Eigenlijk zijn ze daar omdat ze trots zijn dat ze voor hun land gestorven zijn en — in hun ogen — voor de veiligheid van hun families. De soldaten aan de andere kant vinden het fijn dat mensen hun eer komen bewijzen en ze genieten er vooral van als hun nog levende maatjes naar het monument komen. Er zijn soldaten bij die nauwelijks kunnen geloven dat dat monument voor hen is opgericht, zo bescheiden zijn ze. Ik heb veel geesten zien rondlopen in de omgeving van het Vietnam Monument en langs de Reflecting Pool. Ze zijn in onze nabijheid en maken nog steeds deel uit van ons leven. Ik zal mijn ontmoeting met Serge op die warme dag in mei nooit vergeten. Ik wilde dit hoofdstuk eigenlijk beperken tot mijn ervaring met Serge. Maar ik vertelde Joe dat het toch nog niet af voelde en dat ik zou afwachten om te zien welke gebeurtenis het hoofdstuk zou completeren.

Zes maanden nadat ik voor het eerst aan dit hoofdstuk had gewerkt, werd er geschiedenis geschreven toen Amerika op 11 september 2001 werd aangevallen. Negentien Arabische terroristen kaapten vier burgerluchtvaartvliegtuigen: het hele land lag overhoop. We huilden allemaal terwijl we keken hoe mensen bij Ground Zero wanhopig op zoek waren naar vermiste familieleden en vrienden. En dit waren geen gewone tranen. We vormden een gezamenlijk front en we huilden voor mensen die we nog nooit hadden ontmoet. Het collectieve verdriet en de reikwijdte van ons verlies waren overweldigend. Ik toon mijn emoties doorgaans niet erg snel. Mijn beste vriendin zegt dat ik wat gevoelens betreft op een man lijk: ik vind het niet fijn om te huilen en toon liever geen heftige emoties. Ik kan heel erg om mensen geven, maar ik hou mijn gevoelens liever voor mezelf. Ik herinner me dat ik op het randje van de bank zat, mijn ogen gekluisterd aan het scherm, en staarde naar de nasleep van de dramatische gebeurtenissen bij het World Trade Center en het Pentagon. Ik kon mentaal niet bevatten dat een groep terroristen de president en duizenden anderen had proberen te vermoorden. Toen het Amerikaanse volkslied bij het wisselen van de wacht op Buckingham Palace werd gespeeld, zwol mijn hart van trots. Dat onze vrienden in het buitenland ons gevoel van verdriet deelden, raakte me heel erg. Mensen vragen me vaak of niet iedereen diep vanbinnen iets goeds in zich heeft. Mijn antwoord daarop is ‘nee'. Ik geloof dat elk kind vanbinnen goed is en dat die goedheid alleen maar naar buiten hoeft te worden gelokt. Ik weet dat er uitzonderingen bestaan, maar ik heb het over de meerderheid. Bij volwassenen ligt dat anders. Ergens tussen onze kindertijd en volwassenheid, kunnen we ons geweten kwijtraken als we niet opletten. Osama bin Laden beangstigt me echt, want hij is gek. Ik denk dat we niet eens met zo iemand in discussie kunnen treden. Hij komt van heel ergens anders, van een plek die we nooit zullen begrijpen. Wat een prachtig verschil zou hij in deze wereld hebben gemaakt als hij al dat geld en die wilskracht in iets positiefs had gestoken. Ik wil tegen de familieleden en vrienden die door deze laffe terreurdaad geliefden hebben verloren, zeggen dat de slachtoffers niet alleen waren toen ze stierven. Hun familieleden aan de andere kant stonden klaar toen ze geroepen werden en ze namen degenen die op het punt stonden deel van hen uit te maken in bescherming. Aan die andere kant stonden hun moeders, hun vaders, hun grootouders en anderen, en zij namen hen liefdevol en snel op en samen gingen ze naar huis. In sommige gevallen was het mogelijk in te grijpen. Daarom zijn sommige mensen gered, zoals degenen die die dag te laat op hun werk kwamen omdat ze in de file stonden of een andere vertraging hadden opgelopen. Toen ik de torens zag instorten, kreeg ik een visioen. Ik zag een vrouw. Ze was gekleed in een colbertje en een rok en zat op de grond ineengedoken onder een bureau. Ze was bang en bad terwijl het gebouw om haar heen instortte. Ik werd boos dat ze zo moest sterven. En op dat moment zag ik een heel sterk en vriendelijk, goudwit licht door het plafond boven haar naar beneden komen en toen het lager kwam en over haar heen viel, nam het de vorm van een hand aan. Door dat snelle en liefdevolle gebaar verdween haar angst; ze wist dat ze niet meer alleen was.

Er zijn paragnosten die niet over zoiets zullen schrijven, omdat het op het randje van religie ligt. Ik geef daar niet om. De hand droeg geen religieus symbool en predikte niet. Het was de hand van een god en zijn enige bedoeling was zijn barmhartigheid te tonen. De hand van deze hogere macht gaf mensen beschutting en beschermde andere tegen een wisse dood. Dezelfde hand voerde degenen die naar huis werden geroepen snel mee. We begrijpen misschien niet waarom sommige mensen stierven en andere het overleefden, maar dat betekent niet dat er geen sprake is van een soort plan. Ik weet dat ik niet de enige was die de televisie in wilde springen om de politie en brandweer van New York te helpen bij het doorzoeken van de puinhopen. In die puinhopen lagen onze broeders en zusters. We zullen nooit meer dezelfden zijn. De terroristen probeerden Amerika te verslaan en hebben daarin gefaald. Ze slaagden er echter wel in de rest van ons samen te brengen, zoals nooit tevoren.

God zegene de moedige mensen van vlucht 93 die tegen de terroristen in opstand kwamen en ontelbaar veel levens hebben gered. Al word ik honderd, hun optreden zal me altijd tot tranen weten te bewegen. Ik heb groot ontzag voor hen. Bedankt, piloten, stewardessen, brandweerlieden, politieagenten en al die anderen die die dag het leven lieten. Bedankt dat jullie deze wereld met jullie aanwezigheid hebben opgeluisterd. We hebben ontzag voor jullie moed en voor de zwaarte van wat jullie moesten doormaken. Daar zijn geen woorden voor.

De aanvallen hebben Amerika in meerdere opzichten veranderd. En sommige daarvan zijn een geluk bij een ongeluk. Veel mensen hebben bijvoorbeeld hun baan verloren en vragen zich nu af of ze niet een baan zouden moeten zoeken op een ander terrein, een terrein waar ze meer voldoening uit zouden halen. Familieleden van mij hebben ook te maken gehad met die ontslagen. Het is ongelooflijk te zien dat mensen die ooit met een succesvolle carrière in het bedrijfsleven bezig waren, nu overwegen brandweerman te worden omdat ze de leegte in bun ziel willen opvullen.

Mensen zijn zich door 11 september gaan afvragen wat echt belangrijk is in het leven en hoe ze een verschil kunnen maken. Die dag heeft mensen aan het denken gezet. Ze beseften opeens dat ze de kans hadden gekregen de koers van hun leven te veranderen. Dat het daar nooit te laat voor is. Wat mij betreft is het ergste wat je met je leven kunt doen het verkwisten.

Kinderen hebben zoveel dromen en er zijn zoveel dingen die hun plezier en vreugde brengen. Volwassenen maken zich daarentegen soms zo druk over het betalen van de rekeningen, dat ze vergeten dat er meer is in het leven. Soms vergeten we dat we alles kunnen worden wat we willen zijn, en dat onze leeftijd daarbij geen rol zou moeten spelen. Kun je je voorstellen dat er geen mensen zouden bestaan die bereid zijn hun nek uit te steken om veranderingen in deze wereld teweeg te brengen? Dat er geen mensen bestonden die in vreugde geloven? Dan zouden we geen plekken zoals Disneyland hebben, dan zouden er geen praatprogramma's op tv zijn over spiritualiteit en persoonlijke blijdschap. Wat is mijn voornaamste advies voor mensen die op zoek zijn naar een levensvervulling? Bewandel je eigen pad en zorg ervoor dat je later met trots op je leven terug kunt kijken en kunt zeggen: ‘Dat heb ik gedaan.’ Als je een goed idee krijgt, negeer dat dan niet. Durf te geven om wat voor jou belangrijk is en wees sterk genoeg om voet bij stuk te houden als je met tegenslagen te maken krijgt.

Als ik naar mijn eigen leven kijk, ben ik zo tevreden en voel ik me zo gezegend dat ik doe wat ik doe. Ik word altijd kritisch benaderd en mensen vragen me continu: ‘Geloof je echt dat mensen na hun dood voortbestaan?’

Ik antwoord dan altijd: ‘O ja. Ik ben een van de weinigen in deze wereld die zeker weten dat dat zo is.’

Vaak krijg ik dingen te horen als: ‘Ik ben een scepticus, ik geloof niet in een hiernamaals.’ Ik antwoord dan dat sceptici het na hun dood helemaal zeker zullen weten. Dat is echt waar!

Ik heb het soms moeilijk, maar ik vind die tegenstand niet erg. Het is een kleine prijs voor het gezegende leven dat ik heb.