173911.fb2
Ik heb dit hoofdstuk toegevoegd omdat ik graag een paar kleine dingen van het leven met jullie wil delen, dingen die we vaak als vanzelfsprekend beschouwen. Deze dingen blijven ons namelijk het meest bij als we een dierbaar iemand hebben verloren. Het zijn vaak de kleine dingen die ons op een heel doordringende manier met de andere kant in contact brengen. Als een medium in staat is de naam te geven van een overleden dierbare is dat natuurlijk goed, maar emotionele details zijn persoonlijker en bevestigen de verbinding met iemand aan de andere kant pas echt.
Ik ben na ontelbaar veel readings in gaan zien dat de kleine dingen belangrijk zijn. Wat voor de een onbetekenend kan lijken, kan voor de ander een onschatbaar en geruststellend detail zijn. Mijn cliënten willen jullie met de volgende readings graag deelgenoot maken van hun gevoelens over hun ontmoeting met mensen die hen dierbaar waren. Elke reading is me bijgebleven en heeft me iets geleerd over wat het betekent om een medium te zijn. Soms kan de cliënt op het moment van de reading zelf niets met de informatie die ik hem geef en vindt hij die eerder verwarrend. Meestal krijg ik na een paar weken een telefoontje of een kaart van de cliënt met een verhaal dat nieuw licht werpt op datgene wat daarvoor zo vreemd klonk. Een of andere nieuwe ervaring of ontdekking heeft de informatie die ik gaf dan opeens relevant gemaakt.
In andere gevallen is een reading zo intens dat een cliënt even wat tijd nodig heeft om alle informatie te verwerken. Ik heb voornamen en tweede namen gegeven, achternamen, steden, automerken, lievelingseten, en ga zo maar door. Bij al mijn pogingen om de meest indrukwekkende informatie door te geven, merkte ik dat de kleine dingen het belangrijkst zijn. Een van de vele lessen die het hiernamaals me heeft geleerd, is dat kleine dingen krachtig genoeg zijn om zelfs de sterkste muren van ongeloof af te breken.
Hand in hand met de andere kant
Zo heb ik een keer een reading gedaan voor een prachtig, bruisend zestienjarig meisje dat ik Lisa zal noemen. Lisa had kort daarvoor haar beste vriendin — ik noem haar Kim — in een afschuwelijk auto ongeluk verloren, en ze kon de dood van haar vriendin niet goed verwerken. Kim kwam bij me door en gaf heel veel berichten door waarmee Lisa iets kon. Ze had het onder andere over een flipperautomaat waarop ze vaak samen hadden gespeeld en ze vertelde Lisa over een zogenaamde vriend(in) die niet het beste met haar voorhad. Lisa wilde zeker zijn van mijn vermogens en noemde dus allerlei namen en vroeg me toen iets over die mensen te zeggen. Ik vond het niet erg dat ze me wilde uitproberen. Ik ontvang het liefst weinig informatie van een cliënt omdat de informatie die ik geef dan des te meer indruk maakt. En ik hou wel van een uitdaging, zolang die niet voortkomt uit woede. Ik gaf accurate informatie over de mensen die Lisa noemde, maar Kim had niet het idee dat Lisa ten volle besefte wat er gebeurde. Kim gaf toen iets aan me door wat bedoeld was om Lisa's aandacht te trekken. Ik wendde me tot Lisa en zei: We is nummer elf? Ik krijg een sportshirtje te zien met nummer elf achterop.’
Lisa zei eerst even niets. ‘Dat ben ik. Ik ben nummer elf in het basketbalteam van de school.’
En zo werden twee goede vriendinnen die alles samen hadden gedaan tot de dood hen scheidde, herenigd. Ik legde Lisa uit dat ik die informatie van Kim had gekregen opdat ze Lisa's volledige aandacht zou krijgen en dus ook goed zou luisteren naar de informatie die ze te horen kreeg. Kim let nog steeds op Lisa en houdt nog steeds van haar. Lisa twijfelt er niet aan dat Kim die middag bij ons was en ze vervolgt haar leven nu met haar.
Mam
Ik heb veel cliënten die een ouder hebben verloren. Afscheid nemen van je ouders is heel moeilijk. Ofwel je was gezegend dat je een goede relatie met hen had en dan mis je ze, of ze waren er nooit voor je en dan heb je een verbinding nodig om hun dood een plekje te kunnen geven. Het is volkomen begrijpelijk dat beide kanten van het verhaal even pijnlijk kunnen zijn en dat het goed is dit soort dingen te verwerken.
Rick is een potige man en ik voelde me meteen aangetrokken tot zijn zorgzame, goedmoedige aard. Hij stond op een dag vrolijk maar wat onzeker voor mijn deur. Toen we gingen zitten voor zijn een uur durende reading, vertelde hij me dat zijn moeder pas was overleden. Hij vond het moeilijk met zijn verdriet om te gaan. Hij was vrachtwagenchauffeur en op het moment van haar overlijden zat hij op de snelweg in Nebraska. Ik zei: ‘Je moeder zorgt ervoor dat mijn hoofd zowel vanbinnen als vanbuiten pijn doet. Kun je daar wat mee? Misschien heeft ze bijvoorbeeld een aneurysma gehad en heeft ze toen ze viel haar hoofd gestoten of zoiets?’
‘Ja, ze kreeg een hartaanval in de badkamer en is met haar hoofd tegen de wasbak gevallen,’ antwoordde hij.
‘Ze wil niet dat haar man de schuld krijgt; ze staat erop dat het niet zijn schuld is.’ Rick vertelde me dat een paar familieleden zijn vader de schuld gaven.
‘Ik zie de hele tijd een roulettetafel.’ (Ik hoopte dat hij dit niet verkeerd zou opvatten. Soms komt er in een reading iets naar voren wat schokkend kan zijn voor een cliënt — een affaire of een gokverslaving — en vooral als het om iemands moeder gaat, kan dat schokkend zijn.) ‘Wilde ze naar Las Vegas of is ze daar kortgeleden nog geweest?’
Hij was stomverbaasd. ‘Ja!’ Rick vertelde me dat zijn moeder op de dag dat ze overleed uit Las Vegas was teruggekomen. Ze had haar koffer neergezet, was naar de badkamer gelopen, kreeg een hartaanval en stierf. Ricks vader bevond zich op dat moment op zijn werk en toen hij thuiskwam dacht hij dat er niemand thuis was. Hij deed de deur naar de slaapkamer open en zag dat de lichten uit waren, maar dat zijn vrouw niet in bed lag. Hij liep naar de keuken om iets te eten te maken en besloot televisie te kijken tot ze thuiskwam. Hij had niet doorgehad dat zijn vrouw op de badkamervloer lag en niet in staat was geweest om om hulp te roepen. Rick had het hierdoor moeilijk met het overlijden van zijn moeder. Zij zorgde er nu vanaf de andere kant voor dat de zaak werd opgehelderd en verloste haar gezin op die manier van de schuld die op hun schouders drukte.
‘Rick, had je moeder een ronde tafel waar een fruitschaal op stond?’
‘Ja, die heb ik nu.’
‘Je moeder zit daar nog steeds aan. Ze zegt dat dat jullie dagelijkse tijd samen is.’
Hij kreeg tranen in zijn ogen. Ricks moeder noemde toen een vrouw die Susan heette; ze wilde dat Rick zou weten dat zij en Susan samen waren. Vervolgens vroeg ik Rick Susans moeder te bellen (als ze openstond voor berichten van de andere kant) en te vertellen dat alles goed was met haar dochter, dat ze bij zijn moeder was.
Rick wist op dat moment nog niet hoe belangrijk dit bericht was, maar hij was blij dat de naam Susan viel. Toen hij wegging, zei hij dat er een grote last van zijn schouders was afgevallen.
Hij belde me de volgende dag en vertelde dat hij Susans moeder die in Florida woonde had gesproken. Hij had haar verteld over zijn reading bij mij en had doorgegeven dat Susan bij zijn moeder was en heel gelukkig was. Susans moeder was gaan huilen en zei dat ze al de hele week aan haar Susie had lopen denken: de volgende dag was haar sterfdag. Ze zei dat ze veel tegen Susan praatte omdat ze haar zo miste en dat ze had gehoopt dat Susan haar kon horen. Susan gaf zeker antwoord op die vraag!
Door Ricks telefoontje wist Susans moeder nu zeker dat haar dochter nog bij haar was en Rick belde haar niet zomaar op de dag voor Susans sterfdag. Rick en zijn moeder zijn verbonden in dit leven en in het hiernamaals. En dat geldt ook voor Susan en haar moeder. De band tussen moeder en kind kan nooit worden verbroken.
Ik geloof
Bij een groepssessie weet ik nooit helemaal wat me te wachten staat. Soms hebben de deelnemers veel gemeen en is voor iedereen duidelijk dat er een groepsthema speelt. Aan de andere kant krijg ik soms te maken met een deelnemer die niet zeker weet of hij daar wel aanwezig wil zijn, maar die heeft toegestemd dat hij de groep in elk geval zal observeren. Zonder uitzondering wordt die observant er altijd in betrokken op het moment dat een bezoeker van de andere kant erop staat een bericht aan diegene door te geven. Een geval dat me is bijgebleven is George: een aantrekkelijke, goed verzorgde man die net grijs begon te worden. Toen ik kennis met hem maakte, glimlachte George en zei: ‘Ik moet je wel vertellen dat ik er sceptisch tegenover sta.’
‘Dat is prima,’ zei ik. ‘Iedereen moet deze ervaring met open ogen aangaan. Je moet de informatie niet forceren en niet te veel willen dat het klopt.’
Hij verzekerde me dat hij dat niet zou doen. Het duurde niet lang voordat Georges bezoeker zich kenbaar maakte. Ik vertelde George dat zijn grootvader doorkwam. Hij vroeg welke van de twee. ‘Je grootvader laat me New York zien, dus of hij kwam uit New York of die stad was belangrijk voor hem.’
George dacht even na en zei toen: ‘Ik denk het niet.’
Ik herhaalde mijn advies dat hij niets moest forceren.
‘O, wacht even, mijn grootvader is via Ellis Island dit land binnengekomen.’
Ik beschreef zijn opa en noemde diens voorkeur voor bretels. Daar kon hij wel wat mee. Ik gaf hem nog meer informatie over zijn familie en weidde nog verder uit over zijn opa en beëindigde toen zijn reading.
‘Alles wat je zei klopte exact, behalve dat mijn grootvader zou hebben gedamd; hij damde nooit.’
Ik legde uit dat ik alleen maar doorgeef wat ik doorkrijg en dat het misschien later duidelijk zou worden. Twee weken later kreeg ik een telefoontje van Georges verloofde, die dezelfde groepssessie had bijgewoond. Ze vertelde me dat ze waren gaan winkelen en een dambord in een etalage hadden zien staan.
Ze had George naar het dambord zien staren en had hem gevraag waar hij aan dacht. George had haar aangekeken en gezegd: ‘Mijn opa nam me als klein jongetje altijd mee naar het park en dan gaf hij me vijftien cent om iets te gaan doen zodat hij kon dammen.’
George was verbluft dat hij dit deel van zijn jeugd was vergeten. Zowel de reading als het dambord in de winkel had deze herinnering opgeroepen. Ik twijfel er niet aan dat Georges grootvader een rol speelde bij het verbinden van de puzzelstukjes. Zijn grootvader slaagde erin George te overtuigen dat hij altijd bij hem was, is, en zal zijn. George stuurde me later een lief kaartje met de tekst: ‘Ik geloof.’ Dankjewel, George. Dat betekent meer dan je denkt.
Een gelukkige afloop
Soms vinden mensen het leuk een familie-uitje te maken van mijn groepssessies. Zoals Barbara: een opvallende, jonge vrouw die samen met haar zus Jen en haar tante naar een van mijn groepssessies kwam. Ik werd tijdens die sessie afgeleid door Barbara's (overleden) grootvader die erop stond dat ik beelden aan zijn meisjes doorgaf. Ik vertelde Barbara, haar zus en haar tante dat haar opa het had over de verhaaltjes voor het slapen gaan. ‘Hij zegt dat hij sprookjes aan je voorlas en hij toont me een kasteel op een heuvel met een kronkelende weg die omhoog gaat naar het kasteel.’
Ze waren alle drie totaal ontdaan. Barbara vertelde me dat ze op weg naar mij aan haar opa had moeten denken, aan hoe hij haar altijd voorlas toen ze klein was. Ze had haar tante, die met haar meereed, verteld dat ze hoopte dat haar opa zou doorkomen en het zou hebben over de verhaaltjes die hij vroeger voor het slapen gaan aan haar en Jen had voorgelezen. Zij en haar tante haalden liefdevolle herinneringen op aan vroeger en stelden vast dat de verhaaltjes voor het slapen gaan hen ervan zouden overtuigen dat opa er was. Barbara's zus, Jen, die niet bij hen in de auto had gezeten, was de scepticus van het drietal, maar ook haar mond viel open. Ze zei dat ze haar opa onderweg had gevraagd over de verhaaltjes voor het slapen gaan te vertellen, die hij vroeger altijd voorlas. Ze had specifiek om Assepoester gevraagd. Jen was ontroerd en wist dat haar opa die dag bij haar was, met het sprookjesboek. De drie vrouwen hadden allemaal een liefdevolle connectie met opa en ze wisten allemaal dat hij naar hen had geluisterd toen ze op weg naar mij waren.
Witte lelie
Ik heb net als de meeste mensen een sociaal leven, maar ik merk dat werk en plezier in het weekend vaak door elkaar lopen. Het was een zonnige zaterdagmiddag en ik was samen met een paar vriendinnen voor de verandering aan het genieten van een lunch buiten de deur. We gingen naderhand nog een cocktail drinken in Champions. Ik krijg maar zelden de kans om dit te doen, dus ik was er helemaal klaar voor om lekker naar de jukebox te luisteren en te genieten. Stacey, mijn beste vriendin, was druk in gesprek met de barkeeper, maar kwam opeens op een holletje naar ons terug.
‘Allison! Dat arme kind, je moet met haar praten. Ze heeft echt jouw input nodig.’
Ik was redelijk ontspannen en zei: ‘Goed dan, zeg maar dat ze hierheen moet komen. Ik praat wel even met haar.’
De barkeeper kwam naar me toe. ‘Hallo, ik ben Kim. Ik hoop dat ik je niet stoor.’
Ik stelde haar gerust en we praatten even over een gezondheidskwestie waar ze mee zat. En toen zei Kim: ‘Ik vraag me echt af hoe het is met een vriendin van me die is overleden. Ik hoop dat ze bij me is.’
Ik wist zeker dat ik goed zat en zei: ‘O, ja hoor, ze is bij je. Ze toont me een witte lelie (in het Engels ook wel paaslelie genaamd). Ze refereert dus aan april. Is ze overleden in april?
Was ze jarig in april?’
(Hieruit blijkt hoe belangrijk het is dat ik goed vertel wat ik zie. Dit is een belangrijk advies dat mensen met aanleg voor helderziendheid ter harte moeten nemen: beschrijf alles wat je ziet; het zal je helpen je cliënt beter te lezen. De informatie die we doorkrijgen, betekent niet altijd wat wij denken dat ze betekent. Soms kan je cliënt helpen bij dit zogenaamde hints-spelletje met het hiernamaals. Mediums zijn niet meer dan boodschappers en soms hebben we de persoon die tegenover ons zit nodig om de boodschap volledig te begrijpen.)
‘Mijn moeder heet April,’ antwoordde Kim. Haar vriendin had het niet over de maand april, maar gaf me juist de naam ‘April’ door. Ik wendde me weer tot Kim en vertelde: ‘Je vriendin refereert nu aan ‘mei’ door M-E-I te spellen.’
Kim begon te lachen en zei dat haar tweede naam ‘Mei’ was. ‘Ik ben naar mijn peetmoeder vernoemd.’ Dat waren de enige namen en/of maanden die ik haar gaf. We praatten nog eventjes en toen ging ze gerustgesteld weer aan het werk.
Overeenstemming
Ik kreeg op een dag de mogelijkheid een informele reading te geven aan een geweldig echtpaar. Mijn man en ik waren samen met Carol en Randy uit eten en op een gegeven moment keek Randy, mijn lievelingsscepticus, me aan en vroeg: ‘Wat is mijn geluksgetal?’
Ik vuurde een zes terug.
‘Ze heeft gelijk: het is inderdaad zes! Ik heb een keer met een spel meegedaan en ik won met het getal zes. Sindsdien is dat mijn geluksgetal.’
We moesten allemaal lachen; ze zagen al helemaal voor zich hoe ze me mee naar Las Vegas zouden nemen. Toen vroeg Carol me: ‘He, Allison, als een vriend van me verliefd wordt, wat is dan de naam van de vrouw op wie hij verliefd wordt?’
‘Ann.’
Haar mond viel open van verbazing en ze vertelde dat ze net een vriend van Randy had gekoppeld aan een collega van haar. En haar naam? Anna.
Ik hoorde later dat het stel dat elkaar net had leren kennen een zeer heftig eerste afspraakje had gehad. Wat leuk! Nadien had Randy altijd wel een vraag voor me, maar hij twijfelde nooit meer aan mijn vermogens.
Randy is in november 2002 plotseling overleden: hij kreeg een ernstige hartaanval. Ik heb nu de mogelijkheid om van de andere kant berichten te krijgen van mijn lievelingsscepticus.
Een vallende ster
Ik geniet ervan als ik mensen kan vertellen op welke tekens van een overledene ze moeten letten om te weten dat die persoon aanwezig is. De meeste mensen kunnen geen geesten zien en ik weet dus hoe belangrijk dat soort tekens zijn. Het is een uitstekende manier om zelf te merken dat iemand bij je is. Zo heb ik een keer een reading gedaan voor de weduwe van een piloot die bij een vliegtuigongeluk was omgekomen. Een paar weken erna verwees ze haar schoonzus naar me door voor een reading. Er gebeurden tijdens die reading twee heel bijzondere dingen. Een daarvan gebeurde toen Chris, de zus van de overleden piloot, vroeg of ik haar iets kon vertellen over de vraag die hij haar bij hun laatste gesprek had gesteld.
Ik zei dat hij haar had gevraagd of ze de peetmoeder van zijn kind wilde worden. Chris bleef stilzitten en vroeg me te herhalen wat ik net had gezegd. Dat deed ik. Dat was inderdaad de laatste vraag die haar broer haar had gesteld. Ik zat precies goed. Doordat ik tijdens en na mijn studie heb gewerkt bij de Human Energy Systems onderzoeksgroep aan de universiteit van Arizona, ben ik gewend geraakt aan het beantwoorden van dit soort vragen. Soms kun je je eigen verwachtingen overtreffen als je tot het uiterste gaat.
Het tweede geschenk dat Chris van haar broer kreeg, was een teken. Hij zei dat ze als ze een vallende ster zag, zou weten dat hij bij haar was. Chris stuurde me later een e-mail. Ze kon het nog nauwelijks geloven. Ze vertelde dat ze niet had geweten wat ze daarvan moest denken, toen ik haar had gezegd dat het teken een vallende ster was. Ze had nog nooit een vallende ster gezien en ze kon zich niet voorstellen dat ze er ooit een zou zien.
Ze vertelde me vervolgens wat er tijdens Thanksgiving was gebeurd. Chris zat in de woonkamer met haar nichtje en petekind te spelen. Het kleine meisje was met een toverstokje aan het spelen en aan het uiteinde daarvan zat een ster. Ze keek haar tante aan en wilde het stokje naar haar toe gooien. ‘Tante Chris,’ riep ze, ‘kijk eens naar de vallende ster.’
Chris dacht meteen aan wat haar broer had gezegd: ‘Als je een vallende ster ziet, denk dan aan mij. Dat betekent dat ik er ben.’
Ik vond dit heel symbolisch, omdat haar broer haar via zijn dochter een bericht had gestuurd, via zijn kind, dat deel van hem uitmaakt, iemand die Chris nog steeds kan vasthouden. Ze weet dat haar broer die dag bij zijn familie was en dat hij altijd in de buurt zal zijn.
Neem eens de tijd om te bedenken welke kleine dingen het belangrijkst voor je zijn. Wat koester je het meest in de mensen van wie je houdt? Als je ooit moet worden herinnerd aan het feit dat er leven is na de dood, lees dit hoofdstuk dan nog eens en weet dat onze wereld zich niet beperkt tot de dingen die we aan de oppervlakte zien.