173911.fb2
Ik staarde uit het raam naar de achtertuin. Ik keek naar de sterren aan de hemel en naar het speelgoed van mijn dochters. ‘Pap, waar ben je?’ Ik bekeek de tuin aandachtig. ‘Ik zie alle anderen; waarom jou dan niet? Ik kan niet zien hoe je er nu uitziet! Ik moet je nu zien!’
Ik snikte, alsof ik op die manier de pijn in mijn hart uit mijn lichaam kon verbannen. Maar hoe hard ik ook huilde, de ondraaglijke pijn weigerde te verdwijnen. Ik zakte neer op de bank en bekeek het huis waar ik pas een maand geleden ingetrokken was. De woning waar ik naartoe was verhuisd om dichter bij mijn vader te zijn. Maar mijn vader zou nooit meer door die voordeur komen, omdat hij nog geen 24 uur geleden plotseling was overleden.
Twee dagen eerder had ik mijn nieuwe buurvrouw Alison nog gesproken, die ik ontmoet had toen we hierheen verhuisden. Haar vader had onverwacht te horen gekregen dat hij een hersenziekte in een vergevorderd stadium had en de vooruitzichten waren niet goed. Hij was een geweldige man en ik had het voorrecht gehad hem een keer te ontmoeten. Ik heb haar toen het volgende gezegd: ‘Ik weet dat het moeilijk is nu iets goeds te zien in de ziekte van je vader, maar laat me je toch een ding noemen. Ik begeleid veel mensen die plotseling iemand hebben verloren en er kapot van zijn dat ze geen afscheid hebben kunnen nemen. Jij hebt die mogelijkheid wel: je kunt je vader vasthouden, bij hem zijn en als het zover is, kun je afscheid van hem nemen. Doe en zeg wat je nu graag zou willen doen en zeggen zodat je daar later vrede mee kunt hebben. Ik kan als medium de mensen die ik verloren ben niet vasthouden. Ik kan ze op een bepaalde manier wel aanraken, maar ik kan ze niet vasthouden. En dat is niet hetzelfde. Zie je dat er toch iets goeds aan is?’
Alison en ik zouden later pas beseffen hoe bijzonder onze nieuwe vriendschap was. Mijn vader overleed aan het eind van een feestelijk weekend. Ik was op 20 september 2002 naar California gegaan voor het huwelijk van mijn nichtje Vanessa. Ik was blij daar samen met mijn man Joe bij te kunnen zijn; we konden wel een korte vakantie gebruiken. Tijdens de plechtigheid gebeurden er enkele ongewone dingen. Ik grinnikte en kneep in Joe's hand. Ik wist dat tante Olivia, mijn vaders zus die zes jaar geleden was overleden, haar aanwezigheid kenbaar maakte. Ik had er nooit aan getwijfeld dat ze er zou zijn; ik had me alleen afgevraagd hoe ze dat zou laten merken.
We reden na de plechtigheid achter de verloofde van mijn neef Mark aan naar de receptie. Ze vergiste zich in de afslag en we kwamen terecht op een of ander klein weggetje. Daardoor kwamen we iets te laat, maar toen we er eenmaal waren, hadden we wel zin in een feestje.
Ik zou later beseffen dat het moment waarop we binnenkwamen niet willekeurig was. We liepen de balzaal in en ik hoorde een bekend liedje. De mariachiband speelde My way. Dat moment zal eeuwig in mijn geheugen staan gegrift. Allereerst heb ik dat liedje nog nooit op een huwelijk horen spelen; het gaat niet bepaald over eenheid. Ten tweede speelt een mariachiband dat nummer niet zo snel, omdat het een Engelse tekst heeft. Ik draaide me om en keek Joe en mijn neef Mark aan.
O, mijn god. Wat is dit raar: dit liedje zal ik ooit op de begrafenis van fnijn vader draaien!
My way is het perfecte liedje voor mijn vader, niet alleen omdat hij een vrijdenkend man was, maar ook omdat hij wel iets weg had van de Rat Pack, de bijnaam van een groep zangers in de jaren vijftig, onder wie Sinatra. Hij is tientallen jaren ballroomdanser geweest en we luisterden vaak samen naar Frank Sinatra. Mijn vader droeg een grote diamanten ring om zijn pink. Ik droeg vanaf mijn zeventiende net zo'n ring; mijn manier om een band met hem te creëren. Alles wat mijn vader deed, deed hij stijlvol. Twee jaar hiervoor had ik een voorspelling gedaan. Toen ik op een dag terugkwam van een lunchafspraak met mijn vader had ik mijn man verteld dat ik een sterk voorgevoel had dat mijn vader op zijn zevenenzestigste aan een ernstige hartaanval zou overlijden. Sindsdien was ik bezig met een kruistocht om dat te voorkomen. Ik deelde mijn voorspelling met een paar vrienden en familieleden. Mijn vriendin Stacey en ik waren al naar de winkel geweest om een Sinatra-cd met My way te kopen. Ik vertelde haar dat ik die nodig had voor de begrafenis van mijn vader. Het rare was dat ik voorbereidingen aan het treffen was voor zijn begrafenis, terwijl ik die tegelijkertijd probeerde te voorkomen. Mijn vader beloofde dat hij naar zijn hart zou laten kijken en dat deed hij ook, meerdere keren. De artsen zeiden dat er niets aan de hand was.
Ik zette de gedachten van me af en dwong mezelf weer terug naar de huwelijksreceptie, maar toen het liedje eindelijk afgelopen was, voelde ik me misselijk. Schud het van je af, het gaat prima met pap, zei ik tegen mezelf, hopend dat dat waar was. Ik had hem naar alle hartklinieken in de regio gestuurd, hij lette op zijn lichaamsbeweging en at gezond. Hij luisterde naar me. Een kwestie van ingrijpen, nietwaar?
Het was vrijdag en ik had mijn vader de avond ervoor nog gesproken. Ik was van plan hem zondag te bellen, als ik weer thuis was. Hij zou de zaterdag erop bij ons komen lunchen. Ik miste hem tijdens mijn verblijf in California de hele tijd. Ik was vanuit Gilbert in Arizona naar de hoofdstad Phoenix verhuisd, zodat we elkaar wat meer konden zien. Dat wilde ik graag. Ik was pas drie weken geleden in Phoenix komen wonen en was nog druk bezig met dozen uitpakken.
Op zondagochtend brachten Joe en ik een paar uur door met Mark en zijn vriendin Laurie; onze vlucht terug zou pas later vertrekken. De telefoon ging en Joe nam op. Hij luisterde even, keek me aan en zei: ‘Allison, je vader is overleden.’
Het voelde alsof de adem uit mijn lichaam werd gezogen. ‘Je bedoelt mijn oma. Pap kan niet zijn heengegaan!’
De blik op Joe's gezicht zei genoeg. Mijn hart brak. Ik kon niet meer goed nadenken. Wat was ik kwaad op God. ‘Je kunt mijn vader niet wegnemen! Andere mensen maken me belachelijk en trekken wat ik doe in twijfel en toch doe ik altijd braaf wat me gevraagd wordt. Alles wat je van me vroeg, heb ik zonder morren gedaan en in ruil daarvoor zou je niet aan mijn vader komen!’
Ik was pas dertig en had geen vader meer. Mijn dochters zouden geen grootvader hebben; twee van hen waren te jong om zich hem later goed te kunnen herinneren. Ik begeleid anderen bij hun verdriet, maar mezelf kon ik geen gemoedsrust geven. Ik was opeens helemaal leeg. Ik had niets meer te geven.
Op weg naar huis zag ik hoe andere mensen met hun leven doorgingen. Ik wilde naar ze roepen: stop! Mijn vader is dood en alles moet tot stilstand komen! Maar zo werkt het niet. Dat weet ik. Het was irrationeel gedrag van me, maar ik kon niet anders. Terwijl ik met de pijn worstelde, bedacht ik dat ik als naaste familie de begrafenis moest regelen. De dood is merkwaardig omdat het zowel het beste als het slechtste in mensen naar boven brengt. De waarheid wordt erdoor aan het licht gebracht en alles in het leven wordt opeens verblindend duidelijk. Langzaam begon de waarheid tot me door te dringen. Ik ging zijn persoonlijke spullen ophalen en ik deed zijn ring aan mijn vinger, naast de ring die ik om mijn eigen pink droeg. En daar zal ik hem altijd dragen. Tijd, honger, alle gewone dingen in het leven, deden me niets meer. Alles was een brok vieze, vervormde rotzooi geworden. Ik zei tegen mijn man dat ik niet meer wilde slapen, want elke nacht dat ik sliep bracht de dag dat mijn vader zijn laatste adem uitblies verder weg en ik wilde niet dat mijn vader een vage herinnering zou worden. Ik wist niet hoe ik moest functioneren en ik was gefrustreerd omdat ik hem niet kon voelen, wat ik wel kon bij anderen die overleden waren.
Op zijn begrafenis zag ik Mike, een neef van me en de naamgenoot van mijn vader. We omhelsden elkaar. Mike gaf me een schitterende foto. Het was een foto van mijn vader en zijn vader, met hun armen om elkaar heen. De foto was genomen op Mikes huwelijk, twintig jaar geleden. Mijn vader en opa hadden allebei een stralende glimlach en hadden het duidelijk naar hun zin. Mikes vader was tien jaar geleden overleden. Ik was zo dankbaar voor die foto. Ik stak mijn hand naar Mike uit en gaf hem het gouden horloge van mijn vader. Het was zijn lievelingshorloge; de naam ‘Mike’ stond erin gegraveerd en hij had het altijd om.
‘Mijn vader zou willen dat jij deze kreeg,’ zei ik. Mike glimlachte. ‘Allison, mijn vader heeft dit horloge voor jouw vader gegraveerd. Ik herken zijn handwerk.’
Ik geloof dat Mike en ik allebei door onze vaders werden aangezet iets van hun eigen vader mee te brengen en dat te geven aan het andere kind dat zijn vader miste. Met het horloge gaf ik mijn neef niet alleen de liefde van mijn vader, maar ook een teken van zijn eigen vader. De foto gaf me een gevoel van geluk, iets waarvan ik dacht dat ik het nooit meer zou ervaren; maar ook een beeld van hoe hij er aan de andere kant uitzag. Ik kon mijn vader weliswaar nog niet bereiken; hij mij wel.
Maar toen werd ik opeens boos. ‘Ik ben bij de begrafenis van mijn eigen vader!’ Ik keek omhoog naar de glas-in-loodramen in de kerk en viel opnieuw uit tegen God: ‘Waarom hebt u hem weggenomen? Waarom zou ik ooit nog naar u luisteren?’
Ik hoorde een zachte vrouwenstem: ‘Je hebt het geluk gehad dat je twee jaar lang afscheid van hem hebt kunnen nemen.’ De stem had gelijk. Ik had twee jaar gekregen!
Hoewel ik niet bij mijn vader was op het moment dat hij stierf, had ik elke keer dat ik hem gedag zei als ik hem sprak of zag, afscheid genomen. Ik had twee jaar lang afscheid van hem genomen, met elk woord en elke daad, en dat besefte ik ook. Vanaf het moment dat ik doorkreeg dat mijn vaders dagen geteld waren, hoe oud hij zou worden en waaraan hij zou overlijden, had ik dat geweten.
Het was zowel een zegening als een vloek geweest. Ik dacht terug aan ons laatste gesprek. Ik had hem gezegd: ‘Hou vol, pap, ik zal je helpen als ik terug ben. Je mag me niet alleen laten. Ik heb je nog steeds nodig.’
Hij had geen antwoord gegeven. Ik had gezegd dat ik van hem hield en had de telefoon opgehangen. Het is opvallend dat ik het medium in mij niet los kon zien van de dochter. Mijn woorden hadden duidelijk met verdriet te maken. Ik wilde dat alleen niet inzien, omdat ik het ditmaal toch zeker bij het verkeerde eind had...
Ik besefte opeens dat als ik de keus had gehad, ik hem nooit zou hebben laten gaan. God bepaalt wanneer het tijd is voor onze zielen om over te gaan, wanneer het tijd is om afscheid te nemen van dit leven. Niemand zou zijn dierbaren zomaar laten gaan, en zichzelf trouwens ook niet. ‘Oké, God, neem hen maar mee! Dag!’ Nee, dat zie ik nog niet zo snel gebeuren. In het begin kon ik geen contact leggen met mijn vader omdat mijn eigen verdriet me blokkeerde, maar na een poosje legde hij contact met mij. Een week na zijn dood belden twee van zijn dansstudentes me op. Geen van beiden wist dat de ander had gebeld en ze wisten ook niet dat ik een medium ben. Ik weet dat mijn vader hun dat niet zal hebben verteld want toen hij van mijn gave hoorde, was zijn reactie: ‘Nou, vertel dat maar niet aan anderen.’
Ze vertelden me allebei dat ze mijn vader in een droom hadden gezien. Ze zeiden dat hij er heel goed en vrolijk uitzag. Allebei hadden ze gedroomd dat ze met hem hadden gepraat en dat hij had gezegd dat ze zijn dochter moesten bellen om te zeggen dat het goed met hem ging. Ze hadden allebei geaarzeld of ze me moesten bellen omdat ze bang waren dat ik hen voor gek zou uitmaken. Grappig, nietwaar?
Als het erop lijkt dat je dierbaren je niet kunnen bereiken, zullen ze het blijven proberen tot ze uiteindelijk een weg vinden. Het is voor mij een enorme troost dat mijn vader me via anderen troostende energie kon sturen. We zouden allemaal dankbaar moeten zijn voor dat soort tekens en berichten; ze zijn zo waardevol.
Ik huurde een mariachi-band voor de begrafenis van mijn vader en natuurlijk liet ik die My way spelen. Er kwamen mariniers voor de vlaggenceremonie en een van hen speelde Taps. Pap was zo trots geweest op het feit dat hij zijn land had gediend. Ik plande de begrafenis die hij zou hebben gewild en een wake waar hij om gelachen zou hebben, met heel veel foto's, verhalen en goede vrienden. Ik wist dat hij er zou zijn, bij de wake en bij de begrafenis, en ik wilde hem uitgeleide doen op een manier waarvan hij zou genieten. Dat is gelukt en nu probeer ik zonder verdriet verder te gaan met mijn leven. Het enige wat vreemd was, was dat ik hem niet duidelijk zag, terwijl ik de ‘eregast’ bij andere begrafenissen meestal wel zie.
We hebben allemaal onze eigen manier om met ons verdriet om te gaan en ik rouwde op mijn manier. Ik dacht dat als ik nog één keer ‘Wees sterk!’ zou horen, ik het op een schreeuwen zou zetten. Ik wilde niet sterk zijn en bovendien wilde ik me niet bezighouden met wat je op zo'n moment hoort te doen en te zeggen. Als je niet kunt instorten als je vader is overleden, wanneer dan wel? Instorten, daar gaat het om bij de dood. Je moet instorten, zodat je jezelf daarna weer kunt opbouwen. Mijn vader is dood en ik ben niet meer de persoon die ik was. Ik zal nooit meer dezelfde zijn, maar ik heb van zijn dood geleerd. Als medium heb ik er zeker een paar extra lagen bij gekregen. Ik probeer de sterke kanten van degene die is overleden waar te nemen en die over te nemen. Zo was mijn vader goed in lachen. Hij had altijd plezier en bracht dat over op zijn omgeving. Mensen waren dol op hem omdat hij hun een goed gevoel over henzelf gaf. Ik probeer nu dus wat socialer te zijn, probeer wat meer tijd in te ruimen om samen met vrienden van leuke dingen te genieten. Het grootste compliment dat je kunt geven aan mensen van wie je houdt die je ontvallen zijn, is een deel van hen voort te laten leven in jezelf, als eerbetoon aan wat zij betekend hebben.
Zeven weken na de dood van mijn vader overleed Randy, een vriend van me, op zijn negenenveertigste aan een hartaanval. Toen ik samen met zijn drie kinderen en zijn geweldige vrouw om zijn dood treurde, besefte ik dat Randy's kinderen niet alleen trots op hem waren, maar dat ze ook inzagen dat hij een geweldig leven had gehad. Ze rouwden, maar ze hadden het ook veel en vaak over iets wat Randy had gepresteerd of hun had geleerd.
Erica, Randy's negentienjarige dochter en een heel bijzondere jonge vrouw, zei bijvoorbeeld:
‘Mijn vader zal niet bij mijn huwelijk zijn. Hij zal nooit zijn kleinkinderen zien.’
Wat kon ik daarop zeggen? Ze had gelijk. Hoe oneerlijk was dat wel niet? Ik besefte hoe bevoorrecht ik was geweest dat ik mijn vader dertig jaar lang bij me had gehad. Sommige mensen hebben veel korter de tijd, of helemaal geen tijd. Maar ze verwachtte geen antwoord van me; ze praatte door en begon te vertellen over een van de geweldige familievakanties aan het meer. Als hij van boven naar hen kijkt, zal Randy vast en zeker trots zijn op zijn prachtige kinderen. Ook bij Randy's begrafenis werd My way gespeeld. Ik huilde vreselijk en verwerkte dingen waar ik bij mijn vaders begrafenis niet aan toe was gekomen. En weer was het liedje zo ontzettend gepast.
Een van de redenen waarom ik dit hoofdstuk heb geschreven, is omdat er zoveel mensen zijn die het niet lukt in het reine te komen met de dood van iemand van wie ze veel hielden. Ze denken dat als ze hun moeder nou maar naar de dokter hadden meegenomen, als ze nou maar eerder hadden geweten dat er iets mis was, dat ze het overlijden van die dierbare persoon dan hadden kunnen voorkomen.
Ik zou voor iedereen een voorbeeld kunnen zijn. Ik wist dat mijn vader dood zou gaan en ik wist waaraan. Geloof me, ik heb alles gedaan om dat te voorkomen, maar ik kwam erachter dat het niet aan mij was; en dat was het ook nooit geweest. Als ik informatie doorkrijg van de andere kant die nuttig kan zijn voor mijn cliënt, of zelfs een leven kan redden, dan nog ben ik alleen maar een doorgeefluik. De informatie zou hen op een of andere manier toch wel hebben bereikt, alleen was ik nu het kanaal. Maar als iemand aan de beurt is, is hij aan de beurt. Ik hoop dat ik kan helpen bij het schuldgevoel dat mensen hebben als ze iemands dood niet hebben zien aankomen en niet hebben kunnen voorkomen. Het verhaal over mijn vader kan iedereen eraan helpen herinneren dat het soms gewoon niet aan ons is. Mijn vriendin Alison ziet hoe de dood van onze geweldige vaders beide kanten van de medaille laat zien: mijn vader ging snel en plotseling heen, haar vaders dood was pijnlijk en langgerekt. In beide schuilt iets goeds. Aan bijna alles wat je meemaakt zitten ook goede dingen, en als je goed kijkt, zie je ze. Soms is dat moeilijk, door de tranen heen, maar uiteindelijk zie je ze.
Nu eer ik mijn vaders leven. Sinds zijn overlijden heb ik hem beter leren kennen en ben ik nog meer van hem gaan houden. Toen ik zijn spullen uitzocht, op zoek naar iets van hem, ontdekte ik hem keer op keer. Ik vond hem in zijn vele donaties aan kinderorganisaties. Ik vond hem in de doos vol dansprijzen die teruggingen tot begin jaren zestig. Ik vond hem in de vele kaarten die ik hem al die jaren had gestuurd, en in de harkpoppetjes die ik als kind voor hem had getekend. Ik zag hem in de gezichten van mijn kinderen op de foto's die ik treurig uitzocht. Terwijl ik me de spullen toe-eigende die hij koesterde, besloot ik dat ik me hem zou toe-eigenen. Want hij is niet echt weg.
En dus zeg ik tegen mijn vader: ‘Tot onze volgende ontmoeting, pap! Ik hou van je, maar dat weet je al.’
Mijn vader sloot gesprekken vaak af met de volgende opmerking: ‘Cha cha cha, que sera, sera.’ Hij wist dat wat zou komen, komen zou.